Lees verder
Tot nu toe wordt Europabreed slechts 9,5 miljoen ton per jaar aan bioafval ingezameld: onder meer voedselresten en snoeiafval uit tuinen. Dat kan groeien tot zo'n 51 miljoen ton, meer dan het vijfvoudige. Dat blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van Zero Waste Europe en het Bio-based Industries Consortium.
Pierre Gielen

Het is belangrijk om te weten hoeveel bioafval er beschikbaar is wat de huidige staat van inzameling is, want vanaf 1 januari 2024 wordt het gescheiden inzamelen van bioafval in Europa verplicht, volgens het nieuwe Europese Waste Framework Directive (WFD). Het ‘Circular Economy Package’ van de Europese Commissie benoemt de doelstelling dat Europa 65% van alle afval wil recyclen tegen 2035. Om effectief te kunnen recyclen, is het namelijk nodig dat afvalstromen zo hoogwaardig en zuiver mogelijk zijn. Een aparte inzameling van bioafval is daarvoor noodzakelijk.

Gezonde bodem

Maar wat kun je ermee, met dat bioafval? Allereerst is het terugwinnen van organisch materiaal uit afval van belang om de bodem gezond te houden. Door veranderend landgebruik, instensieve landbouwmethoden en klimaatverandering gaat de bodemkwaliteit en daarmee de productiviteit van de bodem in Europa steeds verder achteruit. Door een gebrek aan organisch materiaal houdt de bodem minder water vast, daalt het gehalte aan voedingsstoffen en microbiële activiteit en neemt het vermogen om koolstof op te slaan af. Compost uit bioafval kan hier verandering in brengen. Daarmee zijn processen van erosie, eutrofiëring en woestijnvorming te stoppen.

Bovendien stimuleren de WFD en andere EU-richtlijnen het gebruik van bio-afval als feedstock voor de bio-based industrie. Daar kunnen ze worden omgezet in hoogwaardige materialen en producten, biopolymeren, chemicaliën en additieven. BIC zet zich in voor de ontwikkeling en commercialisering van innovatieve bioraffinage-technologie voor deze hernieuwbare grondstoffen. Daarmee wil het de concurrentiepositie van de Europese industrie versterken, banen creëren, de afhankelijkheid van aardolie verminderen en bijdragen aan klimaatneutraliteit.

Grote verschillen

Om bioafval als feedstock te kunnen gebruiken, dient allereerst duidelijk te zijn hoeveel er in Europa beschikbaar is en hoe dit effectief kan worden ingezameld. De onderzoekers keken naar EU-landen, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen (de EU 27+).

Gemiddeld wordt per inwoner in deze EU27+ jaarlijks 71 kilo bioafval ingezameld. Iets meer dan een kwart daarvan (18 kilo) is voedselafval, de rest tuinafval. Dat gemiddelde zegt echter niet zo heel veel, aangezien de getallen sterk uiteenlopen. Dat komt doordat de intensiteit en de manier van inzamelen verschillen.

Met 226 kilo ingezameld bioafval per inwoner gaat Denemarken wat betreft hoeveelheid aan kop in de Europese ranglijst, op forse afstand gevolgd door Frankrijk (128kg) en Duitsland (125kg). Nederland en België zitten dichter bij het Europees gemiddelde, met respectievelijk 85 en 82kg. Onderaan bungelen Kroatië (7kg), Portugal (11kg) en Estland (16kg).

Kijken we naar het aandeel van voedsel in de totale hoeveelheid bioafval, dan valt op dat de verschillen eveneens groot zijn: in Bulgarije is dit 0%, in Italië maar liefst 62%. De meeste landen (24 van de 29 in het onderzoek) zitten met een aandeel van 20% net boven het gemiddelde.

Groeipotentieel

Interessanter wordt het als we per land kijken naar het potentieel om de hoeveelheid ingezameld bioafval nog te laten groeien. In de EU 27+ wordt momenteel slechts 34% van alle bioafval ingezameld, waardoor er theoretisch ruimte is voor 66% groei. Van alle geproduceerde voedselafval wordt slechts 16% ingezameld: 84% groeipotentieel, in theorie. Ook hier zijn de verschillen tussen de landen echter groot. Opvallende uitschieter is bijvoorbeeld Cyprus. Kijkend naar de ingezamelde kilo’s per inwoner (19kg), lijkt er op het eerste gezicht volop ruimte voor groei. Dat is echter al 83% van de totale hoeveelheid op Cyprus geproduceerd bioafval. Alleen op het gebied van voedselafval is er nog winst te behalen: dat is pas 5% van het potentieel.

Andere opvallende uitschieters, maar naar beneden, zijn België en Portugal, die nog slechts respectievelijk 3% en 4% van alle geproduceerde bioafval inzamelen. Nederland zit met 41% totaal bioafval iets boven het Europees gemiddelde.

De onderzoekers wijzen erop dat het theoretisch potentieel (100% inzameling) nooit echt haalbaar is, onder meer doordat afvalstromen vervuild kunnen zijn, of doordat mensen afval verkeerd scheiden, waardoor bioafval bewust of onbewust bij het restafval belandt. Ook zijn er mensen die groenafval thuis composteren. Een maximum inzamelpercentage van 85% is realistischer. Dan blijft er nog steeds een groeipotentieel over van 41,5 miljoen ton.

Best practices

De verwerking van bioafval tot biobased materialen wordt sterk gepromoot door de Bio-based Industries Joint Undertaking (BBI JU). “De biobased sector valoriseert bioafval al in slimme en efficiënte processen met doelstellingen zonder afval. Verschillende projecten gefinancierd door de BBI JU laten zien hoe innovatie in onze sector bioafval kan omzetten in hoogwaardige biogebaseerde producten.” zegt Dirk Carrez, uitvoerend directeur van BIC. “De biobased industrieën streven naar een hulpbronnenefficiënte en afvalvrije samenleving zoals aangegeven in onze Visie. Het geplande publiek-private partnerschap van de EU – Circulair biogebaseerd Europa – zal dit verder helpen realiseren.”

Een van de projecten om afval te verwaarden waarbij BBI JU is betrokken, is het AgriMax project, dat aantoont hoe hoogwaardige producten kunnen worden gemaakt uit voedsel-reststromen. Ze zijn in dit geval vooral afkomstig uit de landbouw en de voedselverwerkende industrie.

Een ander voorbeeld is het VAMOS project, dat tweede generatie suikers produceert uit de organische fractie in restafval, afkomstig van huishoudens of uit reststromen van recyclingprocessen.

Het URBIOFIN project, tot slot, wil de technische, commerciële en milieukundige haalbaarheid aantonen van het omzetten van de organische fractie in huishoudelijk afval op semi-industriële schaal, in een bioraffinaderij. Daarvan worden chemische bouwstenen, biopolymeren en additieven gemaakt.

Deze projecten zijn voor een deel nog in de ontwikkelfase, maar hebben het potentieel om uit te groeien tot belangrijke commerciële industrieën, die afhankelijk zijn van een betrouwbare en voldoende omvangrijke aanvoer van feedstocks uit bioafval. Het potentieel is aanwezig in Europa, dat heeft dit onderzoek aangetoond.

Het is nu aan de overheden en het bedrijfsleven om een effectievere inzameling te organiseren. Bijvoorbeeld door een intensieve deur-aan-deur inzameling van voedselafval zoals die al plaatsvindt in de dichtbevolkte stad Milaan (Italië). Sind de start van de inzameling in 2014 is het plaatselijke afvalbedrijf erin geslaagd om per persoon 105 kg voedselafval in te zamelen. Dit is verbazingwekkend veel, gezien het feit dat er per persoon 120kg aan voedselafval wordt gegenereerd. De verontreinigingsgraad van het ingezamelde afval is gering, slechts zo’n 5%. De kosten van inzameling zijn hoog, maar gezien de opbrengst acceptabel.

In de Spaanse regio Catalonië werd het inzamelen van voedselafval gepromoot door dit goedkoper te maken dan het inzamelen en storten of verbranden van andere afvalsoorten, door middel van een extra belasting. Het tarief neemt geleidelijk aan toe. Als gevolg daarvan hebben bijna alle gemeentes gekozen voor gescheiden inzameling van bioafval.

In Frankrijk is in 2007 het netwerk Reseau Compost Plus opgezet, dat de gescheiden inzameling van voedselafval bevordert. Het netwerk omvat tegenwoordig 28 agglomeraties met in totaal 9 miljoen inwoners. Reseau Compost Plus is ook actief in het verspreiden van voorlichting, richtlijnen en kostenschattingen. Het geeft een kwaliteitslabel uit voor afvalinzamelaars die aan hoge eisen voldoen en organiseert regelmatig lokale evenementen over best
practices in gescheiden inzameling.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met het Bio-Based Industries Consortium.

Beeld  bovenaan: aapsky/Shutterstock

Zero Waste Europe is het Europese netwerk van gemeenschappen, lokale leiders, bedrijven, experts en veranderaars die werken aan dezelfde visie: afval uit onze samenleving geleidelijk afschaffen. ZWE wil gemeenschappen in staat stellen hun relatie met hulpbronnen opnieuw vorm te geven, een slimmere levensstijl en duurzame consumptiepatronen aan te nemen en circulair te denken.