Lees verder
Ieder huis een microbiële moestuin? De dag beginnen met een verse algenshake, afgetapt uit de bioreactor op de vensterbank? Daarmee is het mogelijk het equivalent van een krop sla per dag te produceren, met minder energie dan nodig is voor een krop uit de tuinbouwkas. Zo ver is het nog niet, maar bezoekers van de Floriade Expo kunnen er alvast aan wennen: algen worden in de toekomst steeds belangrijker. We gaan ze overal tegenkomen: in ons voedsel, veevoer, onze cosmetica en biobrandstoffen.
Pierre Gielen

Micro- en macro algen (wieren) groeien snel, nemen CO2 op en gebruiken niet of nauwelijks land. Ze vormen dus een ideale bron van biomassa. Binnen de Hanzehogeschool Groningen wordt al jaren onderzoek gedaan naar deze parels uit de blauwe bio-economie. “Met name microalgen zouden een alternatief kunnen bieden voor sommige landbouwgewassen”, zegt Rob van Haren, lector Transitie Circulaire Bioeconomie aan het Kenniscentrum Biobased Economy van de Hanzehogeschool. “Ecologisch is dat goed haalbaar, maar de business case is alleen sluitend te krijgen als je er voldoende hoogwaardige bioactieve stoffen uit kunt halen. Dan praat je over stoffen met prijzen van een paar duizend euro per kilo, zoals de voedingssupplementen astaxanthine, fucoxanthine en luteïne.”

Extractie

Met diverse methoden gaat Van Haren de algen te lijf om bij de kostbare stoffen te komen: van superkritische CO2-extractie en enzymen tot vacuüm zuigen of onder druk zetten, al dan niet in combinatie met homogenisatie en ultrasoon geluid. Dat wordt bijvoorbeeld gebruikt bij een lopend onderzoek naar de Tetraselmis, een microalg die in zout water leeft. “Daar zijn we vooral geïnteresseerd in luteïne als belangrijkste inhoudscomponent.” Andere onderzoeken richten zich op verwaarding van de Ulva (‘zeesla’) en het roodwier Porphyra. Bij dat laatste onderzoek, recent toegekend door Regieorgaan SIA (onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek NWO), werkt Hanzehogeschool samen met het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). “Hierbij kijken we naar mycosporine-achtige aminozuren (MAA’s) die bruikbaar zijn als natuurlijke UV-blokkers in cosmetica. Die zijn absoluut ‘reef safe’: ze tasten de koraalriffen niet aan.”

Daarnaast wordt Porphyran bestudeerd, een polysaccharide in het roodwier die zowel gelerend is (“vergelijkbaar met agar-agar”) als een prebiotische werking heeft. “We onderzoeken of die stof een toegevoegde waarde heeft voor de garnalenteelt of het gezond houden van de menselijke darmflora.” De rest van het wier wordt volledig gebiocascadeerd, wat betekent dat het uit elkaar wordt getrokken en verwerkt in andere producten. Zo maakt Meatless van de Porphyra-eiwitten met veldbonen een zeewierburger en maakt Seaweed Yarn & Dye textielverf uit de pigmenten en oliën.
[KADER INVOEGEN]

Lighthouse

Gezien de hoeveelheid technologie die erbij komt kijken, is het de vraag of het ooit lukt om algenteelt ‘gewoon’ te maken in de Nederlandse keuken. Maar mensen moeten er wel alvast kennis mee maken, vinden de bedenkers van The Lighthouse van 4F.Studio (een kunstenaarscollectief van Kim van den Belt, Joshua Kelly en Steven Wobbes). De naam van de bioreactor verwijst naar de gidsfunctie die het object ook vervult: het grote publiek er bewust van maken dat het ook mogelijk is om technologie in te zetten zonder de planeet te vernietigen. Het ontwerp werd deze maand bekroond met de eerste prijs van de Light Challenge 2021 competitie.

The Lighthouse is een bioreactor die cyano-bacteriën bevat en het principe demonstreert dat ’s nachts algen zijn te kweken door de dag/nacht-cyclus om te draaien. Zo wordt de bioreactor gebruikt als straatverlichting, terwijl hij optimaal gebruik maakt van ‘rest’licht voor de fotosynthese van de algen. “Hiermee kunnen we biomassa, zoals microben of microalgen kweken voor bijvoorbeeld voedsel, maar ook voor biobrandstoffen, supplementen of geneesmiddelen”, zegt kunstenaar Kim van den Belt. “4F.Studio wil opereren op het snijvlak van kunst, design en wetenschap en de samenwerking met mensen als Rob van Haren helpt ons daarbij.”

“We willen dat mensen weten dat deze technologie bestaat, door het uit het lab te halen en op straat te plaatsen. De esthetiek en de taal die we gebruiken helpt mensen om de wereld en de wetenschap eromheen beter te begrijpen.”

The Lighthouse is tot en met oktober te zien op de Floriade World Expo 2022 in Almere.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Hanzehogeschool Groningen.
https://hanze.nl/

Beeld bovenaan: Nicolas Wijnstekers/4F.Studio

In het Porphyra-project werkt Hanzehogeschool Groningen samen met: