Lees verder
Bedrijven, gemeenten en waterschappen beschikken soms over afvalstromen die in de circulaire economie waardevolle grondstoffen kunnen zijn, maar toch worden gecomposteerd of verbrand, simpelweg omdat niemand er in hun specifieke situatie een toepassing voor kan bedenken. Denk aan maaisel uit het onderhoud van de wegbermen, cellulosestromen uit de waterzuivering of afvalplastics die niet zuiver genoeg zijn voor mechanische recycling.
Redactie / Rosmalen

Van die reststromen ontwikkelt en produceert BioBased Supply uit Rosmalen weer nuttige, biobased producten. En dan het liefst producten die dezelfde klanten die de reststroom aanleveren anders zouden moeten inkopen. Zoals bijvoorbeeld straatmeubilair, bermplanken of schrikhekken. Dat levert voordeel op aan alle kanten: geen kosten meer voor de afvoer en verwerking van afval, minder uitgaven voor de aanschaf van nieuwe spullen, een einde aan de verspilling van grondstoffen én de opslag van CO2 in duurzame eindproducten. Op die manier maakt BioBased Supply het weer iets gemakkelijker om aan duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen.

Lokale ketens

Jaap Timmers

“We streven ernaar om lokale ketens op te zetten”, zegt Jaap Timmers, hoofd Biobased Development van BioBased Suppply. “Zo verwerken wij voor de provincie Gelderland bijvoorbeeld bermgras. Dat wordt gezien als een laagwaardige reststroom die normaal gesproken rechtstreeks naar de compostering gaat. Wij halen er de natuurvezels uit. Die gebruiken we in een biocomposiet materiaal, dat wordt toegepast in reflectorplanken die je vervolgens weer overal langs de wegen en paden in Gelderland kunt zien staan.”

Een ander voorbeeld is zeefgoed uit de rioolwaterzuivering. Het lijkt een vies praatje, maar feitelijk gaat het om houtvezels; een biobased materiaal dat een lange weg heeft afgelegd: ooit begonnen als boom, daarna vermalen tot pulp, verwerkt in papier, weer ingezameld en na een paar recyclingstappen uiteindelijk in het riool beland en daar door het waterschap weer uitgevist. “Wij maken er oeverbeschoeiingen van die het waterschap anders elders zou moeten inkopen”, zegt Jaap. “Op die manier leggen wij de link tussen de reststroom en de toepassing. Zo sluiten we de keten.” Geen gesleep met grondstoffen van over de hele wereld dus: het is de circulaire economie op zijn best.

Restplastics

Om van al die vezels biocomposieten te maken, zijn overigens niet alleen plantaardige reststromen nodig, maar ook uit kunststoffen. “Daarbij gaat het om gemengde restplastics die gewoonlijk naar de verbranding gaan. Voor ons maakt het niet uit als er bijvoorbeeld een stukje ijzer in zit of een papieren labeltje op is geplakt, omdat wij er robuuste producten van maken met tot bijna 70 procent vezels. Daarin zijn dergelijke verontreinigingen veel minder van belang dan wanneer je er bijvoorbeeld plantenpotjes van zou maken van nog geen millimeter dik.”

BioBased Supply werkt voor de productontwikkeling en fabricage met diverse andere partners in de biobased economy, maar ook met bijvoorbeeld aannemers die in opdracht van gemeenten reststromen op specificatie kunnen aanleveren. “Daarnaast zijn we ook actief voor klanten die zelf geen reststromen hebben of die al op een andere manier toepassen, maar toch op zoek zijn naar biobased producten om hun inkoopbeleid te verduurzamen.”

Breder podium

Jaap ziet de Nationale Inkoopdatabase Biobased Producten als een handig hulpmiddel om onder de aandacht te komen bij opdrachtgevers. “Ik merk vaak dat onze klanten iets met de circulaire biobased economie willen, maar niet weten waar ze het moeten zoeken. Want er zijn al veel oplossingen, maar ze weinig bekend in de markt. Soms komt een klant bij toeval bij ons op de website, maar biobasedinkopen.nl biedt ons een breder podium, met een scala aan duurzame oplossingen en daar zijn wij een onderdeel van. Ik kan andere ondernemers alleen maar aanraden om ook hun producten in de database te zetten!”

Foto’s: BioBased Supply