Lees verder
Nederland stoot in 2030 de helft minder broeikasgassen uit ten opzichte van 1990, stelt het Ministerie van EZK. De industrie ziet dat anders.
Redactie / Den Haag

De maatregelen die Nederland neemt om de CO2-uitstoot te halveren, staan in het Klimaatakkoord dat minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat vrijdag (28 juni) namens het kabinet naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Uitgangspunt van het Klimaatakkoord is dat de stap naar minder CO2-uitstoot voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. Daarom ontziet het kabinet de huishoudportemonnee zoveel mogelijk en betalen bedrijven de rekening van de CO2-uitstoot. Het kabinet noemt dat ‘een eerlijke verdeling van lasten tussen burgers en bedrijven.’

Volgens de industrie, wordt de rekening echter te eenzijdig bij de industrie gelegd. Door de extra beprijzing van CO2 bovenop het Europese ETS systeem, worden Nederlandse bedrijven uit de internationale markt geprijsd. Dit ‘belemmert investeringen in duurzame innovaties en bedreigt daarmee de werkgelegenheid in de industrie en aanpalende bedrijfstakken’, zo lieten het de brancheorganisatie VNCI, VNPI, VEMW, FME, VNP en VNMI vrijdag meteen weten. ‘Hierdoor wordt waarschijnlijk eerder het tegendeel bereikt van wat we met zijn allen willen, namelijk een groene koploper worden.’

Het Ministerie van Economische zaken en Klimaat spreekt echter van ‘een verstandige CO2-heffing voor de industrie’, die de Nederlandse concurrentiepositie sterker maakt.