Klassieke windmolens bepaalden eeuwenlang het Nederlands landschap. Voor de opkomst van de stoomturbines, elektrische en verbrandingsmotoren vormden zij dé hernieuwbare aandrijving voor industriële processen, zoals malen, zagen en pompen. Het mechaniek bestaat grotendeels uit verschillende houtsoorten, terwijl de wieken vaak bestaan een combinatie van hout, textiel en metaal: allemaal hernieuwbare of recyclebare materialen.
Bron van afval
Moderne windmolens die we sinds de jaren 1980 kennen, zijn echter een bron van afval geworden. Ook in de wieken van deze turbines zit metaal dat recyclebaar is, maar daarnaast een hele hoop plastic, dat aan het einde van de levenscyclus alleen de verbrandingsoven in kan, omdat het bestaat uit een niet te scheiden combinatie van glasvezelcomposiet, vulmiddelen van polyvinylchlorideschuim en beschermlagen van polyurethaan. Hierdoor leveren de drie wieken van een enkele windmolen van 5 MW meer dan 50 ton afval op.
Ook andere onderdelen van windturbines worden in de naam van de efficiëntie steeds vaker uit plastic gemaakt, met name de gondel (die de generator beschermt) en de neuskegel. Lowtech magazine beschrijft de ontwikkeling van de traditionele windmolenwiek en concludeert dat het opnieuw bouwen van windmolens uit hout een schoolvoorbeeld is van circulariteit.
CO2-opslag
Zo zou de productie van windturbines op die manier bijna volledig onafhankelijk worden van fossiele brandstoffen en mijnbouw. Windturbines kunnen niet alleen klimaatneutrale elektriciteit leveren, maar ook CO2 uit de atmosfeer opslaan die door de bomen werd opgenomen. Een derde voordeel is dat de ruimte tussen windturbines, die niet geschikt is als woongebied, kan worden volgeplant met bomen die het hout leveren voor de volgende generaties windturbines. Het hout kan ter plekke worden gezaagd, bewerkt en geassembleerd, daarbij gebruik makend van energie afkomstig van de windturbines en de biomassa. Op die manier wordt ook het transport van onderdelen overbodig gemaakt.
Het nadeel dat houten windmolens kleiner zijn dan kunststoffen turbines en dus minder efficiënt, wordt teniet gedaan door de milieuwinst en doordat een bosrijk park met méér, kleinere windmolens uit natuurlijke materialen op meer maatschappelijk draagvlak kan rekenen dan de kolossale witte turbines die tegenwoordig het landschap vervuilen.
Overigens bouwde het Duitse bedrijf Timbertower uit Hannover al sinds 2010 duurzamere torens voor windmolens uit staal en hout. Een houten toren van 100 meter hoog van deze materialen zou volgens het bedrijf zelf ongeveer 300 ton plaatstaal besparen en 400 ton CO2 opslaan. De wieken en de gondel bestaan in dit geval echter nog steeds uit minder duurzame materialen. Het bedrijf boekte enkele successen in Duitsland, maar lijkt na 2015 te zijn opgeheven.