Lees verder
Bio-olie is een duurzaam alternatief voor het stoken van ketels in tijdelijke en hulpwarmtecentrales van warmtenetten met Gronings aardgas of gasolie (fossiele diesel). Het kan de CO2-uitstoot van warmtenetten aanmerkelijk verlagen. De belastingdruk op bio-olie is momenteel echter twee maal zo hoog als die op aardgas.
Redactie / Arnhem

Dat is in tegenspraak met de ambitie in het Klimaatakkoord om de CO2-uitstoot terug te dringen door het aantal warmtenetten sterk te laten groeien, vindt het Platform Bioenergie (PBE). In Nederlandse warmtenetten zijn aardgas- en oliegestookte piekketels namelijk verantwoordelijk voor 10% van de warmteproductie, maar ook voor 50%-75% van de CO2-uitstoot.

Bio-olie is volgens PBE momenteel de enige reële optie voor het verduurzamen van tijdelijke warmtecentrales (die soms jaren produceren bij nieuwbouw of uitbreiding van warmtenetten) en van het flexibel thermisch (piek)vermogen in warmtenetten in stedelijk gebied. Aardgas en diesel vervangen door bio-olie, leidt tot ruim 1 PJ extra productie van hernieuwbare energie, en ongeveer 0,1 Mton CO2-reductie. Het zou betekenen dat de totale inzet van bio-olie in Nederland voor warmte ongeveer verdriedubbelt.

Prijs verdubbeld

Het Ministerie van Financiën heeft echter de eerder bestaande accijnsvrijstelling voor bio-olie in warmtenetten in juli 2017 opgeheven en is niet van plan dit besluit terug te draaien. Hierdoor is de totale prijs van bio-olie grofweg verdubbeld, wat het gebruik ervan in warmtenetten financieel minder aantrekkelijk maakt.

Volgens het Platform Bioenergie werpt het ministerie daarmee een onnodige drempel op voor de verduurzaming van de warmtevoorziening. Het hindert de mogelijkheden om het gebruik van Gronings gas terug te dringen. Het PBE pleit dan ook voor het opnieuw aanvragen (bij de Europese Commissie) en instellen van de accijnsvrijstelling voor bio-olie.

Op dit moment hebben zo’n 15 projecten in Nederland last van de hoge accijns op bio-olie. Het gaat deels om toepassingen van bio-olie bij bedrijven waar de brandstof in het proces vrijkomt en voor industriële warmte wordt ingezet (zoals Rendac, Loders Croklaan), voor andere industriële toepassingen (zoals FrieslandCampina), of voor stadsverwarming (zoals EnNatuurlijk, Vattenfall). Samen produceren zij ruim 3 PJ aan hernieuwbare energie per jaar, oftewel ruim 2% van alle huidige duurzame energie in Nederland. Dit komt overeen met een besparing van 0,2 Mton CO2-uitstoot ten opzichte van aardgas.