Lees verder
Negen Europese partners uit zes landen gaan in het nieuwe PUReSmart-project methoden, technologieën en benaderingen ontwikkelen om van thermoset PU een echt circulair materiaal te maken.
Redactie / Brussel

Thermoset PU-producten behoren tot de zes belangrijkste geproduceerde kunststofmaterialen. Ze komen voor als flexibele en harde schuimen in veel verschillende toepassingen. In vergelijking met andere thermoplasten is recycling van thermoset PU echter een uitdaging.

Recycling van polyurethaan (PU) producten komt dan ook niet of nauwelijks voor. In PUReSmart wordt gezocht naar manieren om dit te veranderen. Het doel is om meer dan 90% van de PU-technologie aan het einde van de levensduur te recyclen, met het doel deze om te zetten in waardevolle inputs voor nieuwe en bestaande producten. Om dit mogelijk te maken, moeten slimme sorteertechnologieën worden ontwikkeld die het ​​brede scala aan PU-materialen kunnen scheiden in specifieke feedstocks. Deze grondstoffen dienen vervolgens weer als input voor PU-producten, maar ook als grondstof voor een nieuw ontworpen polymeer, dat de duurzaamheid van thermoharders combineert met de circulariteit van thermoplasten.

Internationaal consortium

Het PUReSmart-consortium omvat de gehele waardeketen van polyurethaan-opwerking en bestaat uit zowel industriële spelers als onderzoekspartners. Het Belgische Recticel (grootschalig producent van polyurethaanproducten) coördineert het project.

Andere consortiumpartners zijn Covestro Deutschland AG (fabrikant van hightech polymere materialen), BT-Wolfgang Binder GmbH (expert in sensorgebaseerd slim sorteren van end-of-life materialen), WeylChem InnoTec GmbH (contractontwikkeling en maatwerksynthese), Ecoinnovazione SRL (onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van LCA’s), Universiteit Gent (ontwikkeling van nieuwe moleculen voor recycleerbare materialen), KU Leuven (katalyse-expert), Universidad De Castilla-La Mancha (ervaring in het recyclen van thermoset PU) en Ayming (projectbeheer en communicatie).

Het PUReSmart-project werd gelanceerd op 1 januari 2019 en loopt vier jaar. Het wordt ondersteund met een subsidie van € 6 miljoen uit het Horizon 2020-onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie.