Lees verder
Het Nederlands Klimaatakkoord is niet genoeg om het kabinetsdoel van 49 procent minder CO2-uitstoot in 2030 te halen. De reductie zal blijven steken op 43% tot 48%, zo constateert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een nieuwe doorrekening van de klimaatplannen.
Redactie / Den Haag

Eerder berekende het PBL de effecten van het Ontwerp Klimaatakkoord. De uitkomsten waren toen gunstiger. Door de goedlopende economie is sindsdien de uitstoot van broeikasgassen gestegen. Ook waren indertijd niet alle gegevens bekend.

De doelen voor 2020 worden daardoor ook niet gehaald, stelt het PBL in de vandaag verschenen Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2019. Dat geldt bijvoorbeeld voor het Urgenda-doel (25% minder uitstoot van broeikasgassen) en twee doelen van het Energieakkoord: het aandeel hernieuwbare energie en 100 petajoule energiebesparing.

Aan de slag

Volgens de rekenmeesters is het hoogste tijd om uit de startblokken te komen; nog langer vergaderen om grip op de problemen te krijgen, heeft geen zin. De energiebedrijven, industrieclusters, woningverhuurders en woningbezitters, de agrarische sector, autobezitters, vervoerders en reizigers, nationale, provinciale en gemeentelijke overheden, burgers en consumenten; ze moeten er concreet mee aan de slag, al doende leren en om de fundamenten te leggen voor wat verderop in de transitie nog komen gaat.

Het PBL waarschuwt bovendien dat niet alles moet zijn gericht op het efficiënt ‘halen’ van 2030. Dat is namelijk niet de eindstreep. Daarna zijn nog eens extra inspanningen nodig om de doelstellingen van 2050 te halen.