Lees verder
Nederlandse burgers en mkb-bedrijven draaien op voor de energietransitie en de klimaatschade die grote bedrijven aanrichten. Dat blijkt uit de studie 'Klimaatverandering in de prijzen?' van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Redactie / Den Haag

In dit onderzoek laat het PBL zien wie in Nederland precies wat betaalt voor welke broeikasgasuitstoot en hoeveel. Ook wordt nagegaan of de betaalde prijs wel in verhouding staat tot de aangerichte klimaatschade. Hiertoe zijn diverse beprijzingsinstrumenten meegerekend, zoals de CO2-prijs (het EU ETS), een impliciete prijs via voornamelijk de energiebelastingen, de accijnzen op minerale oliën en de afvalbelasting. Ook is gekeken naar verschillen in grondslagen, vrijstellingen en tarieven.

Het PBL concludeert dat burgers en mkb’ers per saldo te veel energiebelasting betalen in verhouding tot de klimaatschade die ze aanrichten. De zware industrie en lucht- en scheepvaart betalen juist te weinig. De CO2-prijs voor de industrie is te laag en voor sommige delen van de landbouwsector ontbreekt deze zelfs volledig.

Compensatie

Op papier betalen grootverbruikers van energie wel meer energiebelasting dan kleinverbruikers. In de praktijk is het echter niet zo dat ‘de vervuiler betaalt’. Grootverbruikers krijgen namelijk compensatie via allerlei belastingvoordelen, waarvoor kleine verbruikers niet in aanmerking komen. Kleine verbruikers betalen zelfs het leeuwedeel van de ODE-belasting (Opslag Duurzame Energie- en klimaattransitie), die is bedoeld om de energietransitie te financieren. Energiebelasting en ODE zijn overigens weinig effectief, stelt het PBL. Deze instrumenten staan de energietransitie eerder in de weg doordat zij groene stroom net zo zwaar belasten als stroom uit kolencentrales.

Uit cijfers van statistiekbureau Eurostat bleek al eerder dat in Nederland huishoudens relatief veel energiebelasting betalen in vergelijking met andere Europese landen. Milieudefensie concludeerde vorig jaar ook dat het mkb een grotere bijdrage levert aan de verduurzaming van de industrie dan grootverbruikers.

Het volledige rapport is te vinden op de website van het PBL.

Beeld: Werner Rebel/Shutterstock