Lees verder
Diervoeder-pellets voor varkens en kippen bevatten veel granen. Om ze duurzamer te maken en stappen te zetten in een circulair landbouwsysteem, zouden meer reststromen moeten worden gebruikt. Denk aan bijproducten die vrijkomen bij de productie van voedsel of biobrandstoffen, of die afkomstig zijn van afgedankte voedingsmiddelen.
Redactie / Wageningen

Daar werkt momenteel een multidisciplinair van dierwetenschappers, procestechnologen en natuurkundigen van de Wageningen University & Research aan, binnen het project Pelleting in the circular agriculture (PCA). Duurzaam diervoer maken met bijproducten is namelijk een uitdaging. Deze hebben andere fysische- en chemische eigenschappen dan complete granen. Dat verzwakt de pellets en maakt ze broos, stelt Menno Thomas van Zetadec, co-coördinator van het project: ‘Dit leidt tot verliezen in de hele keten, van productie en transport tot opslag, en zelfs tot mindere voeding. De uitdaging is dan om nieuwe manieren te vinden om deze bijproducten in diervoeding op te nemen.’

Het PCA-project combineert fundamentele en toegepaste wetenschappen door studies op microscopisch niveau te relateren aan die op nieuw fabriekniveau. Daarbij wordt gebruik gemaakt van zowel 3D-beeldvorming als mechanische metingen om inzicht te krijgen in de fysische- en chemische eigenschappen van diervoeder. Naast Wageningen University & Research werken diverse partijen uit de hele sector samen: Zetadec, Agrifirm, DSM, Elanco Animal Health, Phileo by Lesaffre, Pelleting Technology Netherlands, VICTAM Foundation, Feed Design Lab en Aeres Training Center International.

Beeld: Chirath Photo/Shutterstock