Lees verder
Gezien de afnemende aardgasvoorraden in Europa wordt steeds vaker gekeken naar aanvulling met methaangas afkomstig van afvalbehandeling of uit vergisting van groen afval (biogas), maar ook naar het chemisch bewerken van biomassa (syngas). Om deze alternatieve gassen toegang te geven tot bestaande aardgasnetten en tankstations, moeten ze een vergelijkbare kwaliteit krijgen als het normale methaan.
Redactie / Delft

Bij de opwaardering van biogas tot biomethaan worden allerlei chemische producten gebruikt voor het verwijderen van ongewenste componenten en kooldioxide. Verder is de basisgrondstof vaak (groen)afval dat allerlei ongewenste resten kan bevatten, waaronder dioxines. Voor kwaliteitscontrole zijn dus methodes vereist die zeer lage niveaus aan ongewenste stoffen kunnen bepalen.

Daar heeft het Nederlands Normalisatie Instituut NEN drie jaar lang onderzoek naar gedaan, samen met het Nederlandse VSL en enkele andere metrologische instituten en bedrijven. Zo zijn er methodes ontwikkeld voor het bepalen van het gehalte aan silicium en siloxaan in biomethaan, schadelijk zijn voor automotoren. Ook ammonia en amines, die ongewenste uitstoot van stikstofverbindingen beïnvloeden, kunnen met de nieuwe normen beter bepaald worden. Verder wordt een methode voorgesteld die chlorides en fluorides meet en de vorming van CFK moet voorkomen.

Deze methodes zijn aan ISO voorgelegd om aangenomen te worden als internationale norm. Voor het zo ver is, moeten laboratoria en producenten uit verschillende landen een zogenaamd ringonderzoek uitvoeren. Geïnteresseerden kunnen zich hiervoor aanmelden bij NEN.

In de toekomst wil NEN ook voorstellen voor normen over reststoffen uit de methaanproductie (zoals smeerolie) of over het vaststellen van het gehalte aan biomethaan in de aardgasstroom.

Meer informatie over deelname aan dit project is te vinden op de website van NEN.

Beeld: Natascha Kaukorat/Shutterstock