Lees verder
Het Europese doel van 50 procent groene waterstof in 2030 is haalbaar in Nederland. Dat blijkt uit een nieuwe studie van CE Delft in opdracht van VNO-NCW, VNCI en een tiental industriële bedrijven.
Redactie / Delft

Er zijn wel enkele voorwaarden. Zo moeten alle zeilen worden bijgezet, is een intensieve samenwerking nodig tussen overheid en bedrijfsleven en dat alles zonder uitstel. Ook is meer extra aan wind op zee nodig om de benodigde energie op te kunnen wekken. Zeker nu de vraag naar groene waterstof naar verwachting alleen maar zal toenemen.

CE Delft berekende dat de industrie voor 2030 tussen 80 PJ en 130 PJ nodig heeft. Dit vraagt een enorme extra inspanning in de hele keten van elektriciteitsproductie, elektrolysecapaciteit en importcapaciteit. Er is tussen de 39 en 60 TWh aan hernieuwbare elektriciteit nodig als input voor elektrolyse (al dan niet in Nederland). Er is dus meer ruimte nodig voor wind op zee: minimaal 5GW extra bovenop de al geplande 10GW in 2030.

Snel duidelijkheid

Om het EU-doel voor 2030 te halen, moet volgens CE Delft dit jaar al begonnen worden met de eerste projecten, ook al zou het beleid volgens planning pas helder zijn in 2026. Over dat beleid en de internationale certificering moet snel duidelijkheid komen. Er zijn tevens investeringen nodig in bijvoorbeeld (publieke) infrastructuur en importcapaciteit, want een deel van de groene waterstof zal uit het buitenland moeten komen. Waterstof winnen uit industriële restgassen is geen goede oplossing, omdat dit het nationale klimaatdoel voor CO2-reductie doorkruist.

Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW: “Het rapport van CE Delft geeft een prima basis om versneld samen aan de slag te gaan. Zowel de Oekraïnecrisis als de Klimaatcrisis onderstrepen hoe ontzettend belangrijk het is dat we nu doorpakken en werkelijk geen week verloren laten gaan om met elkaar te bouwen aan een nieuwe groene waterstoftoekomst.”

Beeld: Audio und werbung/Shutterstock