Lees verder
De Nederlandse minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) laat opnieuw bepalen hoe de CO2-opslag in biobased bouwmaterialen kan meetellen in de berekening voor de milieukosten van een gebouw: de zogeheten MPG/MKI-waardes.
Redactie / Den Haag

MKI (Milieukostenindicator) en MPG (MilieuPrestatie Gebouwen) zijn belangrijke indicatoren voor het bepalen van de duurzaamheid van een gebouw (of GWW werk). Ze hebben dus grote invloed op het al dan niet gunnen van een aanbesteding en daarmee op de keuzes die partijen maken voor het toepassen van duurzame materialen.

In de normen voor duurzaam bouwen gold tot nu toe het uitgangspunt dat biobased materialen maar tijdelijk CO2 zouden opslaan. Ze worden als minder duurzaam bestempeld omdat ze na eenmalig gebruik als brandstof dienen voor energieopwekking, waarbij de CO2 alsnog vrijkomt. Tegelijkertijd wordt de CO2-uitstoot bij de productie van fossiele materialen niet meegerekend als er aan het eind van de levensduur een vage herbestemming wordt genoemd. Volgens de minister is dit conform de Europese normering (EN 15804).

Eerlijk speelveld

“Dat is niet uit te leggen aan navolgende generaties”, stellen tientallen bouwbedrijven, architecten, banken en belangenorganisaties. Zij publiceerden eind vorig jaar een manifest waarin zij om een ‘eerlijk speelveld’ vragen. Biomaterialen kunnen namelijk zeer lange tijd CO2 opslaan en krijgen daarna vaak nog een tweede en derde leven. “Tegen de tijd dat ze worden ingezet als brandstof in een energiecentrale zijn we al snel 100 jaar verder. Het IPCC classificeert het dan als permanente opslag.” Er is zelfs sprake van dubbele winst, doordat hiermee ook uitstoot wordt voorkomen voor de productie van een fossiel alternatief, zoals beton of staal.

Op kamervragen hierover antwoordde de minister dat zij opnieuw laat bepalen hoe de waardering van de milieueffecten van de opslag van CO2 in biobased materialen kan worden opgenomen in de nationale systematiek, binnen de ruimte die de Europese kaders daarvoor bieden. De ondertekenaars van het manifest en de stichting Nationale Milieudatabase worden bij deze verkenning betrokken.

Beeld: sculpies/Shutterstock