Lees verder
De wereldwijde textielindustrie stoot net zo veel CO2 uit als alle internationale vluchten en zeevervoer samen. Verduurzaming van deze industrie is dan ook hard nodig. Wageningen University & Research maakt die vernieuwing mogelijk met innovatief onderzoek naar biobased grondstoffen voor textiel, zoals schimmels en fruitafval, en brengt spelers uit de industrie bij elkaar.
Redactie / Wageningen

De kledingverkoop is in 15 jaar verdubbeld, naar meer dan 100 miljard stuks in 2015. Tegelijk dragen consumenten hun kleren steeds minder vaak. Meer dan 70% van die kleding wordt uiteindelijk verbrand of gestort in plaats van hergebruikt.

‘Na olie is textiel de meest vervuilende industrie’, constateert Kim Poldner, universitair docent en onderzoeker. Zij coördineert het Circular Fashion Lab binnen Wageningen University & Research (WUR). ‘Na eerdere inspanningen van de industrie, bijvoorbeeld voor biologisch katoen, is het nu tijd voor een volgende stap, naar circulariteit.’

Leer van fruitafval

Op zoek naar hernieuwbare, duurzamere grondstoffen voor kleding, onderzoeken de studenten binnen het Circular Fashion Lab fruitafval als alternatieve grondstof voor leer. Ook schimmels en hennep zijn hernieuwbare grondstoffen voor kleding waarvan de duurzaamheid wordt onderzocht. Een schimmeljurk zou bijvoorbeeld composteerbaar zijn. Daarnaast bekijken de onderzoekers of chemische kleurstoffen vervangbaar zijn door duurzame alternatieven, zoals pigmenten uit algen of geproduceerd door micro-organismen.

Kleding van plantaardige alternatieven heeft tevens als voordeel dat die geen plastic afgeeft als die wordt gewassen. Nylon, polyester en of acryl doen dat wel. Van synthetische stoffen komt er naar schatting per jaar een half miljoen ton microplastic in de oceaan terecht.

Samenwerken als mieren en bijen

Kim Poldner vertelt dat op een grootschaliger niveau WUR haar succesvolle onderzoek naar markt- en waardeketens ook kan toepassen op textiel. Het Circular Fashion-project over biomimicry speelt zich af op dit systeemniveau. ‘We kijken hoe mieren en bijen samenwerken, om dat toe te passen op de mode-industrie. We moeten voorbij pure concurrentie en dit met z’n allen aanpakken. Een mondiaal probleem vereist een mondiale oplossing.’

‘Wageningen brengt mensen uit de verschillende sectoren bij elkaar om na te denken over dit probleem, van ontwerpers tot afvalverwerkers’, zegt Jan van Dam, biomaterialendeskundige bij WUR. In die geest organiseerde WUR al een aantal Wageningen Dialogues over duurzame kleding, waarbij ook het brede publiek betrokken werd. ‘Ook de consument moet zich bewust worden van de waarde van kleding.’

Met duurzame kleding levert WUR een bijdrage aan de State of Fashion tentoonstelling die, in samenwerking met ArtEZ, vanaf vandaag (1 juni) in Arnhem is te zien. De resultaten zijn nog zeven weken te bezichtigen.