Lees verder
Door in de Rotterdamse haven op grote schaal blauwe waterstof te produceren en toe te passen in industriële processen, kan de uitstoot van CO2 nog vóór 2030 met tenminste 2 en mogelijk zelfs 7 megaton omlaag.
Redactie / Rotterdam

Dat blijkt uit een haalbaarheidsstudie H-Vision, waarvoor TNO de technologische onderbouwing leverde. Cis Marring, lid Raad van Bestuur van TNO en van Deltalinqs-voorzitter Steven Lak overhandigden de studie vandaag (2 juli) aan minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat.

Het initiatief om over te schakelen op blauwe waterstof is enkele jaren geleden bedacht door TNO en verder uitgewerkt onder leiding van Deltalinqs, dat zo’n 700 bedrijven vertegenwoordigt in de mainport Rotterdam. Daartoe behoren onder meer BP, Shell en Uniper. Zij zien met de overige in totaal 16 deelnemende bedrijven blauwe waterstof als reële kans om hun processen te verduurzamen.

Forse investeringen

De plannen versnellen niet alleen de energietransitie maar worden ook gezien als een noodzakelijke tussenstap op de weg naar groene waterstof uit zon en wind waarbij helemaal geen CO2 meer wordt geproduceerd. Technisch en economisch is dit haalbaar, maar er zijn wel forse investeringen nodig. Zo kost de aanleg van een leidingenstelsel alleen al ongeveer € 2 miljard. Deze leidingen zijn later ook te gebruiken voor groene waterstof. Hierdoor kan Rotterdam zich ontwikkelen tot een belangrijke Europese hub waar duurzame waterstof wordt geproduceerd, toegepast en verhandeld. Daarmee versterkt de haven zijn internationale concurrentiepositie.