Sofie Dobbelaere, directeur van FBBV, onderstreepte het belang van internationale samenwerking. Zowel Nederland als Vlaanderen hebben elkaar veel te bieden op gebied van kennis en bedrijvigheid. Zo heeft de Universiteit Gent een goede positie in metabolic engineering (synthetische biologie). De focus van FBBV is breed. Oorspronkelijk opgezet als Bio-energy Valley Gent heeft het cluster zich ontwikkeld als een vertegenwoordiger van de bio-economie (energie, chemie, materialen) voor geheel Vlaanderen. ‘Onze regio kenmerkt zich, net als ZuidWest-Nederland, door een sterke agrifoodsector, waarbij de suikerbietenteelt een belangrijke factor is’, aldus Dobbelaere. Ook de chemie, met name rondom Antwerpen, en de kunststof/textielsector (o.a. in West-Vlaanderen) zijn goed vertegenwoordigd.’
Op stoom
Zoals Dobbelaere al aangaf, heeft de Universiteit Gent een belangrijke groep in metabolic engineering en industriële biotechnologie in algemene zin. Een speciale positie heeft ook het Rodenhuizedok in Gent, waar verschillende bedrijven (o.a. Cargill) samenwerken om bio-ethanol en biodiesel te produceren. ‘We richten ons in Vlaanderen in toenemende mate op tweede- en derdegeneratie grondstoffen, zoals agroreststromen of afvalgassen die via fermentatie richting brandstoffen of chemie en materialen kunnen worden geleid.’
Rop Zoetemeyer, directeur van Biobased Delta, constateerde dat BBD na vier jaar goed op stoom is gekomen. ‘Met een programma als Sugar Delta hebben we de interesse vanuit het buitenland, vooral van bedrijven. Biorizon, waarin we op basis van lignine en suikers bio-aromaten produceren, heeft eveneens tractie. Zo voegde ECN zich vorig jaar bij dit consortium om de thermokatalytisch route verder te exploreren.’
Internationale focus
Ook de internationale contacten die in de afgelopen vier jaren zijn opgebouwd, zijn vermeldenswaard, aldus Zoetemeyer. Biobased Delta is zoals vermeld betrokken bij Biorizon (o.a. via Green Chemistry Campus), een langdurig programma met partners als het Belgische VITO en TNO. Ook heeft het, samen met soortgelijke clusters in Duitsland, Frankrijk, de UK en België, het 3BI-cluster opgezet. Ook lopen er lijntjes naar Canada, waar vooral de nadruk ligt op lignine als feedstock voor de chemie. Is alles dan koek en ei in de bio-economie? Nee, vooral de financiering blijft een issue, vooral de ‘laatste stap’ richting een industriële biorefinery. Ook de opkomst van circulaire business modellen – lees een vlucht naar voren – kan de bio-economie in de wielen rijden. ‘Vreemd eigenlijk, omdat de inzet van hernieuwbare biomassa noodzakelijk is om circulaire modellen te laten werken.’