Lees verder
De mensheid heeft voor de eerste levensbehoefte altijd al gebruik gemaakt van biomassa: voor voedsel, kleding, huisvesting en warmte. Schelpen en edelstenen dienden als ruil- en betaalmiddelen. Alles wat de aarde bood werd tot de eerste industriële revolutie slim gebruikt en hergebruikt. Daarna werd dankzij de mechanisatie ook de bodem geëxploreerd. En vooral geëxploiteerd. Fossiele grondstoffen gaven de economie wereldwijd een enorme impuls. Over de negatieve effecten zoals de uitstoot van broeikasgassen was nog niet veel bekend. Europa, dat over kool, staal en stoom beschikte kreeg een economische voorsprong op andere continenten.
Agnes van Ardenne

Kennis van toen

Met de kennis van toen werd die voorsprong optimaal benut. Grondstoffen werden van overal naar het Westen verscheept. Nieuwe producten, voornamelijk door olieraffinage geproduceerd, deden hun intrede en verdrongen onder andere de traditionele textielproducten en verpakkingen. De economie van zorgvuldig hergebruik werd de economie van overvloed. Afval werd steeds minder waard en naar de verbrandingsovens gebracht. Zelfs voedseloverschotten werden vernietigd. Productie was niet gericht op hergebruik. Een tegenbeweging kon niet uitblijven. De ene internationale klimaatconferentie na de andere bracht het besef dichterbij, dat de aarde dit niet kon dragen en dat de mensheid het roer moest omgooien.

Kennis van nu

Met de kennis van nu is een radicale omslag mogelijk. We hebben de kennis, we hebben de technologie, we hebben het geld en de wil om in clusters en ketens van grote en kleine bedrijven biomassa duurzaam tot waarde te brengen. En toch hapert er iets. Uit talloze nationale en internationale rapporten blijkt hoe belangrijk het is voor de transitie naar een Biobased circulaire economie om optimaal gebruik te maken van  biomassa en via cascadering eerst de hoogst mogelijk waarde eruit te halen en daarna pas de laagwaardige toepassingen met als laatste biomassa voor energie. De praktijk wijst echter uit, dat biomassa vooral ten prooi valt aan de opstook en bijstook in energiecentrales. Dat is ondoelmatig gebruik van biomassa. De beperkte financiële en politieke steun voor industriële productie uit biomassa steekt schril af tegen de EU Richtlijn voor hernieuwbare energie en ander nationaal stimulerend beleid voor biomassa voor energie. Het is de hoogste tijd dat de overheid dit onevenwichtige level playing field herstelt.

Voortbouwen op de kennis van toen en nu

Een tweede probleem is, dat Europa zich definitief lijkt in te stellen op grootschalige import van biomassa vanuit andere continenten. En daarmee niet kiest voor het verhogen van de productie van eigen biomassa en hoogwaardige toepassingen. Het Biobased Industries Initiative, waarin bedrijven en Europese Commissie samenwerken, richt zich gelukkig wel specifiek op de valorisatie van Europese biomassa. Dit stimuleert de kennisontwikkeling voor steeds weer nieuwe technologische innovaties. Want daar liggen de kansen om ook de goed ontwikkelde agrarische en bosbouwsector in Europa mee te laten profiteren van de duurzame Biobased Economy. Dit geeft enorme impulsen aan de vitaliteit van het platteland en de werkgelegenheid. Van onze verre voorouders valt nog veel te leren.