Lees verder
Oost-Nederland was voorheen het centrum van de textielproductie in ons land. De textielindustrie is in de loop der jaren aanzienlijk gekrompen door de concurrentie uit lagelonenlanden. Echter, een tweede leven lonkt met verder onderzoek naar en ontwikkeling van duurzamere textielproducten.
Lucien Joppen

FutureTex is een van de trajecten die de positie van Oost-Nederland op gebied van duurzamere textielproductie moet versterken. Het project wordt gecoördineerd door Paula Konter namens Texperium. ‘FutureTex is gericht op het realiseren van duurzame innovatieve producten, onder andere confectie en geotextiel. Deze producten worden ontwikkeld op basis van hernieuwbare grondstoffen – vlas- en hennepvezels – met een CO2-arme productie, in combinatie met het hergebruik van post consumer textiele grondstoffen.’
Konter benadrukt dat FutureTex de hele keten beslaat: van teeltmethoden, grondstof- en materiaalonderzoek,
tot ontwikkeling van (productie)technologie en applicatie-ontwikkeling. Aan het project doen dan ook partijen mee die de afzonderlijke delen van de keten afdekken, zoals TenCate, de gemeente Almelo of Stexfibers. De laatstgenoemde partij ontwikkelt hennepvezels die door hun lengte geschikt zijn om de kortere vezels van post consumer textiel te versterken.

Zaadje tot naadje

FutureTex beslaat dus het traject van ‘zaadje tot naadje’. In het beginstadium – de teelt – is volgens Konter nog meer inzicht nodig in de diverse varianten van vlas en hennep. Daarvoor is wel areaal nodig. De gemeente Almelo stelt daarom braakliggende arealen beschikbaar voor de (proef)teelt van bovenstaande gewassen. Het is het kip-ei-verhaal. De regionale textielindustrie is nog terughoudend met het verwerken van natuurvezels in haar producten omdat het aanbod onvoldoende is en omdat bedrijven nog weinig ervaring hebben met deze materie.
Met het ruwe materiaal ben je er nog niet, aldus Konter. ‘De vezels moeten aan het plantaardige materiaal worden onttrokken. Stexfibers (zie Agro&Chemie 4, 2014) gebruikt hiervoor stoomexplosie om hennepvezels te ontsluiten en zodanig te prepareren dat deze op gangbare spin- en weefmachines kunnen worden gebruikt. Het bedrijf voert hiermee al testen uit bij enkele buitenlandse textielproducenten.’

Koploper in hightech textieltechnologie

Texperium heeft zelf ook een spinlijn die het in zal zetten voor verdere optimalisatieslagen, een goed voorbeeld hiervan zijn de projecten “Going Eco, Going Dutch” en “Cloosing The Loop” voor de verwerking van natuurlijke en recycleerde vezels tot garens. Deze garens kunnen dan weer worden verwerkt tot consumenten- en B2B-producten, bijvoorbeeld door TenCate Thiolon. Het bedrijf staat voor hightech textieltechnologie gecombineerd met diepgaande kennis van hieraan gerelateerde chemische processen. ‘TenCate ervaart meer en meer de behoefte vanuit de markt naar biobased producten en wil in dit project de aansluiting met de markt veilig stellen, onder meer door op textieltechnologie koploper te zijn op het gebied van biobased materialen en systemen, aldus een woordvoerder van het bedrijf. ‘Dit levert niet alleen omzetvergroting op, maar tevens werkgelegenheid en stimuleert het bruto regionaal product.’

Wederopstanding

Konter ziet zelfs een ‘wederopstanding van de textielsector in Nederland’ in het verschiet. ‘De impact van de combinatie van hernieuwbare vezels en gerecycleerde vezels op de sector en de werkgelegenheid in Oost-Nederland kan groot zijn. De ambitie in deze sector om te verduurzamen is hoog. Dat vraagt om milieuvriendelijkere producten die soms qua functionaliteit beter scoren dan andere materialen. Uiteindelijk willen we efficiënter omgaan met schaarse(re) grondstoffen en CO2-emissies zoveel mogelijk reduceren in de keten. We dienen niet alleen een economisch, maar ook een maatschappelijk belang.’

Stichting Texperium, gevestigd in Haaksbergen, is een “Open Innovation Center for High-End Reprocessing of Textiles”, ofwel het hoogwaardig recycleren van textiel. Texperium richt zich specifiek op het herwinnen van hoogwaardige vezels uit post consumer textiel die, in combinatie met natuurvezels, moeten leiden tot nieuwe producten, zoals garens, non wovens of composieten.