Gerard Nijhoving, directeur van Senbis Polymer Innovations, ziet het SPIC in eerste instantie als een bundeling van hard ware – labapparatuur, machines – die de SPIC-partners in Emmen in hun bezit hebben. Het initiatief wordt opgezet door de oprichters Senbis, Morssinkhof en Cumapol, maar zoekt aansluiting met meerdere partijen. ‘Het mooie is dat we een groot deel van het complete R&D-traject in thermoplasten (o.a. PET, PBS, PEF, PA, PHA, PP, PE, PLA) afdekken. Deze focus heeft vanzelfsprekend te maken met de expertise die de drie partners hebben opgebouwd. Senbis opereert daarbij op labschaal en heeft ook enkele machines om op te schalen. Morssinkhof en Cumapol zijn vooral actief op industriële schaal, onder andere op gebied van polymerisatie, post-condensatie of het spinnen van garens. Deze apparatuur gebruiken de partners momenteel voornamelijk voor eigen doeleinden. Met het SPIC willen we deze R&D-faciliteiten ook beschikbaar stellen aan derden.’
3D-printtechniek
Nu is het gebied van duurzame (bio)polymeren behoorlijk breed. Zoals gezegd richt het SPIC zich op thermoplasten. Binnen deze groep ligt de focus op een drietal processen: polycondensatie, het spinnen van multifilamenten en 3D-printen. ‘3D-printen is een revolutionaire techniek die veelbelovend is voor industriële toepassingen. Grote bedrijven als BASF zien er daarom ook brood in, vandaar dat deze multinational het Emmense bedrijf Innofil3D heeft overgenomen. Er is wel nog verder onderzoek nodig om de kwaliteit van 3D-geprinte kunststoffen te verbeteren. Qua materiaaleigenschappen voldoen deze momenteel nog niet aan de norm. Binnen het SPIC kunnen we een bijdrage leveren aan het verhogen van de kwaliteit.’
Bulkprijzen
Het spinnen van multifilamenten – lees industriële garens – is een prijsgedreven markt. Morssinkhof is actief op gebied van rPET voor deze doeleinden. Nijhoving: ‘Het is niet gemakkelijk om duurzamere polymeren voor deze toepassingen in te zetten vanwege de bulkprijzen waar de sector aan gewend is. Echter, als we binnen het SPIC – naast een duurzamer profiel – extra functionaliteiten toe kunnen voegen, dan komen deze wel in beeld. Dan heb ik het voornamelijk over de toegevoegde waarde van afbreekbaarheid en/of composteerbaarheid, en goede prestaties zoals hoge mechanische eigenschappen. Gelukkig zien we ook meer marktpartijen die bereid zijn wat meer te betalen voor een duurzame oplossing. Onderzoek naar zowel technische als economische haalbaarheid van nieuwe garens past perfect in het cluster.’
Missing link
Polycondensatie – de stap van monomeren naar polymeer – is de derde processtap waarop het SPIC zich richt. Nijhoving: ‘Op dit gebied missen we nog een vitaal onderdeel voor opschaling, namelijk een pilot plant om volumes van 50 tot 100 kilogram per dag te realiseren. Dergelijke hoeveelheden zijn nodig om applicatietesten mee uit te voeren. Vandaar dat zo’n faciliteit broodnodig is om deze polymeren naar de markt te brengen. Dat geldt overigens ook voor de andere route: van polymeer naar monomeren. Hiermee wordt onderzoek naar chemische recycling mogelijk.’ Nu is een pilot plant allesbehalve goedkoop. Vandaar dat het SPIC wil peilen in de kunststofindustrie of er voldoende animo is. ‘Er is interesse, vanuit het lokale bedrijfsleven maar ook van multinationals. De gesprekken zijn gaande. Als partijen contact met ons op willen nemen, staan we hen graag te woord.’