Lees verder
'We hebben meer initiatieven zoals Biorizon nodig, willen we onze doelstellingen van 49% CO2-reductie in 2030 behalen.' Dat zei boegbeeld Emmo Meijer van de Topsector Chemie op donderdag 15 november tijdens het 5e Biorizon jaar-event in 's-Hertogenbosch.
Pierre Gielen

Volgens Meijer is Biorizon een lichtend voorbeeld van hoe de biobased economie kan worden versneld door internationale samenwerking in de regio Nederland/Vlaanderen/Nordrhein-Westfalen. ‘Zo kunnen we de innovatiekracht gebruiken die in de regio aanwezig is. Dat is nodig, want in 2030 moet ten minste 15% van onze chemische industrie biobased zijn.’

Snel opschalen is dan ook essentieel, maar probleem daarbij is dat de business case in veel gevallen nog niet rond is. Volgens Meijer komt dat doordat er geen level playing field is ten opzichte van de fossiele industrie. ‘Maar dat is een kwestie van tijd, want de CO2-prijzen stijgen snel. Ik verwacht dat die in 2030 rond de € 100 per ton zal liggen.’

Niet afwachten

Arnold Stokking, Directeur Industry bij TNO vult aan: ‘De industrie kan het zich niet veroorloven om af te wachten totdat regelgeving of CO2 prijzen gaan knellen. De transitie die gaat komen, is vanuit klimaatoogpunt onvermijdelijk. Het is daarom belangrijk om nu het initiatief te nemen om CO2-efficiënte en vernieuwende biobased technologieën te ontwikkelen en daadwerkelijk in te zetten.’

We weten inmiddels dat business case analyses bemoedigende uitkomsten laten zien. Het vervangen van olie gaat in een nieuwe setting rendabel worden. Het is overigens niet alleen een vervanging van bestaande functionaliteit, biobased producten behelzen ook nieuwe functionaliteit, een geweldige kans! Investering cycli in de industrie zijn lang, het is daarom nodig om nu aan boord te komen en de roadmap en keuzes mede te bepalen. Biorizon en de publieke infrastructuur bieden aan, brengen partijen bij elkaar en versnellen het proces, het is nu hoogste tijd om push en pull nog beter aan elkaar te koppelen.

Opschaling

Scale-up was dan ook een onderwerp waarover volop werd gesproken tijdens het Biorizon event, dat meer dan 150 deelnemers trok uit 16 landen. Welke overwegingen in die opschaling een rol spelen, vertelde Johan ter Harmsel, managing director van het bedrijf Zeton, dat zowel installaties op labschaal bouwt als pilot plants, demonstratie plants en modulaire fabrieken voor commerciële productie.

En het gaat snel, bij Biorizon. Ludo Diels, senior adviseur duurzame chemie van de Vlaamse onderzoeksorganisatie VITO en verantwoordelijk voor Biorizon’s lignine horizon, belichtte aan het begin van de dag de drie routes die worden bewandeld om bio-aromaten te maken: met thermochemische processen (pyrolyse en vergassing), uit suikers en uit lignine. Bijna alle onderzoeksrichtingen hebben binnen vijf jaar geleid tot de bouw van pilot plants of zelfs demoplants, zo vertelde Jaap Kiel van de Nederlandse onderzoeksorganisatie ECN part of TNO en manager van Biorizon’s thermochemische horizon. Vergassing is al commercieel beschikbaar en de co-productie van bio-aromaten lift daarop mee. In het traject Sugars to Aromatics wordt de piloting nu volop ingezet. Datzelfde geldt voor het traject Lignin to Aromatics. Voor de ontwikkeling van toepassingen van bio-aromaten uit lignine (via pyrolyse of andere depolymerisatie-technieken) is begin dit jaar het Lignin Application Centre geopend op de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom.

Toekomst

Jan Harm Urbanus, manager van Biorizon’s suikerhorizon vanuit TNO, bood een kijkje in de toekomst. Voor de co-productie van BTX bij vergassing wordt aangehaakt bij de geplande groen-gas demo’s in Alkmaar. Voor de pyrolyse route is piloting in Bergen op Zoom in voorbereiding. In het traject rond lignine zijn er veel verschillende technologieën en werd een weloverwogen keuze gemaakt welke zal worden opgeschaald in 2020. Voor de suiker/furaanroute zijn er nu drie pilotplants. Dat worden er volgend jaar nog meer.

Urbanus wijst erop dat de focus op de keten bij dit alles belangrijk is: met welke biomassa gaan we werken? Met welke partners? Welke applicaties gaan we doorontwikkelen? Het is belangrijk om daarbij niet een stof te kiezen die als ‘gevaarlijk’ wordt geclassificeerd in de REACH regelgeving, waarover Barbara Rafaelli van de European Chemicals Agency (ECHA) een lezing gaf. Biobased geeft bij uitstek de mogelijkheid om minder toxische en meer milieuvriendelijke componenten te maken en Biorizon verwacht dat REACH hen daarbij zal ondersteunen. Tot slot moet ook het business model kloppen.

‘Voor 2019 zoeken we een killer applicatie die de hele keten kan gaan versnellen. Dat stimuleren we door samples van onze aromaten aan bedrijven te leveren en door in-house research te doen.’

Successen

Terugkijkend verwondert Jan van Havenbergh, managing director van Catalisti, de Vlaamse evenknie van de Nederlandse Topsector Chemie, zich erover hoe zijn organisatie vijf jaar geleden helemaal niet stond te springen om deel te nemen aan Biorizon. ‘Het feit dat gerenommeerde partijen als TNO en VITO achter het initiatief stonden, heeft ons echter overgehaald. De successen die Biorizon nu boekt, bewijzen dat deze manier van samenwerken vruchten afwerpt.’

Twee sprekers toonden tijdens het event voorbeelden van dat soort ‘vruchten’: Marc Schmitz van DOW Duitsland vertelde over een nieuw product op basis van aromaten uit lignine: LigniOx, een biobased vervanger voor superplastificeerder. Het additief wordt in de bouw gebruikt om beton sterker en vloeibaarder te maken zonder dat daarvoor extra water moet worden toegevoegd.

Bert van de Beld, directeur Technologie van BTG in Enschede vertelde over het fast pyrolysis proces van zijn bedrijf, dat hier al dertig jaar mee actief is. Daarmee wordt pyrolyse-olie (FPBO) gemaakt die rijk is aan de aromaten benzeen, tolueen en xyleen. De olie wordt geproduceerd in de 25 MWh demoplant Empyro in Hengelo. Afnemer FrieslandCampina gebruikt 99% van de olie, als vervanger van aardgas voor de productie van stoom. Met de resterende 1% voert BTG onderzoek uit naar bioraffinage.

Durfkapitaal

Opschalen is noodzakelijk zodat een technologie ook geld gaat opleveren. Daar is echter eerst een aanzienlijk kapitaal voor nodig. Investment manager Rob van der Meij van het Capricorn Sustainable Chemistry Fund wilde tijdens het event wel een aantal tips geven om geld op te halen bij venture capitalists, die vaak beleggen voor steenrijke familiebedrijven in de VS. Belangrijk daarbij is te benadrukken hoe de nieuwe technologie bijdraagt aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de VN. Dat is voor investeerders vaak een graadmeter, want van de technologie zelf hebben ze geen kaas gegeten.

Of je wel met durfinvesteerders in zee moet willen, is vers twee, waarschuwt Van der Meij, want het is duur en kost enorm veel inspanning om hun interesse te wekken. ‘We zien bij ons fonds jaarlijks 500 voorstellen en investeren maar in 1 of 2. Dat zegt wel genoeg. Het is vaak beter en gemakkelijker om je energie te stoppen in het krijgen van een lening bij de bank.’

Kortom, vijf jaar interregionale samenwerking gefocust op bio-aromaten vanuit verschillende grondstoffen toont dat Biorizon’s ambitie om commerciële productie mogelijk te maken dichterbij komt!

Alle presentaties zijn exclusief beschikbaar voor members van de Biorizon community voor bio-aromaten. Lid worden kan kosteloos via de onderstaande link.