Lees verder
'We willen binnen de Pyrolyseproeftuin Moerdijk waardeketens op basis van pyrolysetechnologie toetsen. Uiteindelijk moet in de komende vier jaar duidelijk worden welke business cases marktpotentieel hebben.'
Lucien Joppen

Aan het woord is Raimo van der Linden (REWIN), verantwoordelijk voor het business development van de Pyrolyseproeftuin Moerdijk. Binnen dit project hebben verschillende partijen de handen ineengeslagen (voor de volledige lijst, zie het kader). ‘We hebben aan boord de grondstofleveranciers, de technologieproviders – bedrijven die pyrolysetechnologie hebben ontwikkeld, eindafnemers – de bedrijven die pyrolyseproducten afnemen en kennis- en onderzoeksinstellingen. De private partijen zijn goed voor de helft van de investeringen in het project, het resterende deel komt uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van het Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020 (OPZuid). Het project wordt tevens financieel ondersteund door een bijdrage van het rijk en cofinanciering van de provincie Noord-Brabant’, aldus Van der Linden.

Geen one-size-fits-all

Pyrolyse is volgens Rob Plattel (PNO Consultants), projectleider van de proeftuin, een kansrijke technologie om een grote variëteit aan reststromen om te zetten in brandstoffen, chemie en – in het verlengde – materialen. ‘Het is bewezen technologie, maar deze moet nog wel worden geoptimaliseerd voor verschillende ingangsstromen en producten (olie, gas, koolstof) die voortkomen uit het proces.’
Binnen het project zijn vier pyrolysebedrijven actief die elk met hun eigen technologie aan de slag gaan. Pyrolyse is niet een one-size-fits-all, aldus Plattel. Er zijn verschillende configuraties mogelijk om biomassa en niet-organische materialen te pyrolyseren.
De vier technologiebedrijven zijn Nettenergy, Teknow Systems, Charcotec en Waste4ME. Nettenergy heeft een mobiele installatie waarmee het olie produceert en daarnaast ook houtazijn, gas en biochar. Teknow pyrolyseert (vervuilde) plastics richting olie en gas. Charcotec zet schone biomassa – lees hout(pellets) en turf – om naar biochar. Tot slot zet Waste4ME vervuild afval om naar gas en olie.

Winnende combinaties

Bovengenoemde bedrijven gaan hun technologieën op pilotschaal brengen (tussen de 25 en 200 kg/per dag) om het proces verder te optimaliseren aan de hand van verschillende feedstockcombinaties. In totaal zijn er meer dan voldoende opties, aldus Van der Linden. ‘We staan aan het begin van het traject. Voorspellingen voor winnende combinaties ga ik dan ook niet maken. Daar gaan de bedrijven de komende jaren zelf achter komen.’ Zij krijgen daarbij de hulp en expertise vanuit de kennisinstellingen. Zo zal het Centre of Expertise BioBased Economy van Hogeschool Avans onder meer analyses en LCA-studies uitvoeren op samples en stageplaatsen invullen voor studenten die op de fysieke locatie op het haven- en industrieterrein Moerdijk aan de slag gaan.

Gemene delers

Plattel benadrukt dat de bovengenoemde bedrijven zich niet alleen richten op hun technologie, maar dat ze ook samen gaan werken op de grote gemene delers die gelden voor elk bedrijf, zoals emissienormen, productspecificaties of het realiseren van een bredere acceptatie van gepyrolyseerde producten. Zo blijkt de status van deze grondstoffen niet in elk land hetzelfde te zijn, hetgeen de marktintroductie kan vertragen of bespoedigen. Daarnaast zullen de technologiebedrijven, samen met leveranciers van biomassa en met eindafnemers, waardeketens op gaan zetten. Daarbij gaat het om winnende combinaties waarin technologie en economie bij elkaar moeten komen. Dat is ook een kwestie van schaalgrootte: in hoeverre sluiten de gevraagde volumes aan bij het aanbod?

Focus op de markt

Eerst zullen de afnemers binnen het project deze halffabrikaten/eindproducten uit moeten testen. Daarvoor zijn grote volumes nodig om bijvoorbeeld dieselmotoren te laten lopen op gepyrolyseerde bunkerolie of pyrolyse-olie verder om te zetten richting chemie. Plattel: ‘Deze routes zullen eerst op pilotschaal moeten worden onderzocht, voordat een verdere opschaling plaatsvindt: technologie-ontwikkeling met de focus op de markt. Laat je het laatste weg, dan is de kans groot dat je op een doodlopend spoor bevindt. Vandaar dat de input en feedback van afnemers van cruciaal belang is.’ Tot slot rest de vraag: wat gebeurt er na de zomer van 2020 als de termijn van de Pyrolyseproeftuin Moerdijk afloopt? ‘Ik zie dit niet als een einddatum’, aldus Raimo van der Linden. ‘Maar meer als het tijdstip voor een vervolg waarbij bepaalde technologiemarkt-combinaties verder worden opgeschaald. Het zou mooi zijn als we deze bedrijvigheid in de haven van Moerdijk of anders in de regio kunnen houden.’