Lees verder
Zeewier kent iedereen als het gladde groene vel waarin de sushi is gerold. De grote zoutwaterplant vindt zijn weg in vele, veelal Aziatische voedseltoepassingen. Maar naast China waar meer dan de helft van de teelt plaatsvindt, liggen ook in Nederland kansen voor zeewierteelt en nieuwe producten. Een samenwerkingsverband van toonaangevende instituten gaat dit jaar de contouren van een duurzame zeewierketen onderzoeken.

Groot samenwerkingsverband

‘De hele wereld heeft het over zeewier, maar er is nog geen groot bedrijf dat er echt in investeert. En dat gaan wij veranderen.’ De missie van de projectleider Floris Groenendijk van IMARES Wageningen UR is duidelijk. ‘In een zeewierketen die de teelt, oogst, raffinage en afzet van producten bestrijkt, gaan wij onderzoeken welke nieuwe kansrijke producten zeewier kan opleveren.’

Want de zoutwaterplant zit bomvol eiwitten, koolhydraten, vetzuren en vitamines. Wieren kunnen daarom meer markten bedienen dan alleen de food-sector. ‘Ook veevoer, chemicaliën en halffabricaten voor de chemische industrie en energie behoren technisch tot de mogelijkheden’, zegt Groenendijk. ‘Maar er moet een markt voor zijn.’

Met een budget van 850 duizend euro, afkomstig van het Ministerie van Economische Zaken gaat het samenwerkingsverband van kennisinstellingen uit de topsector water een ruwe schets maken van de nieuwe vorm van ‘landbouw op zee’.

Behalve diverse Wageningen UR instituten zijn ook kennisinstellingen Marin, Deltares, ECN en TNO van de partij in dit project. Ze willen een groot aantal bedrijven tot investeringen verleiden. ‘Een aansprekend nieuw product als zeewierkaas, zeewierzeep of een halffabricaat voor de chemische industrie kan daarbij helpen’, hoopt Groenendijk.

 

Landbouw op zee

Ruim vier jaar ervaring op de ‘Wierderij’ in de Oosterschelde leert dat jaarrond zeewier kan worden geteeld met een droge stof opbrengst van 25 ton per hectare per jaar. ‘Deze zeeteelt komt overeen met de prestaties van de landbouw’, constateert Willem Brandenburg van Wageningen UR tevreden. Brandenburg is al jaren overtuigd van de voordelen van zilte teelt, zeewier in het bijzonder.
‘Landbouw op zee kan voldoende eiwitten produceren om ambitieuze doelen te halen zoals met twee keer minder milieu- en grondstoffenbelasting een twee keer zo hoge productie halen om straks negen miljard mensen te voeden’, zegt hij. ‘Op land gaat dat niet lukken.’

Bovendien kan op zee een aantal kringlopen worden gesloten zoals de van het land afgespoelde mineralen als fosfaat, sporenelementen als koper, nutriënten als stikstof en de overvloed aan koolstof in de vorm van CO2’, vat hij samen. Vanwege de aanvoer van nutriënten zijn daarom delta’s een geschikt terrein voor zeeteelt.

Vooral het snel groeiende zeewier kan met zijn uitgekiende fotosynthese in een volledig zout milieu in verschillende lagen in het water eiwitten produceren. ‘Op grond van de tot nog toe bereikte resultaten denken we dat met een oppervlakte van grofweg vier keer Portugal voldoende eiwit in zee kan worden geproduceerd om de hele wereldbevolking te voeden’, heeft Brandenburg berekend.

 

Incontinentiemateriaal en bioplastics

Maar zeewier is meer dan alleen een bron voor humane voeding en veevoer. Alginaat uit bruine wieren en carrageen uit rode wieren zijn bekende polysacchariden die worden toegepast in onder meer wondverband en als verdikkingsmiddel en stabilisator in voedingsmiddelen zoals vla, vertelt Paulien Harmsen van Wageningen UR Food & Biobased Research. ‘We willen onderzoeken of er ook andere toepassingen zijn voor deze hydrocolloiden. Hun vochtvasthoudende vermogen is bijvoorbeeld te gebruiken in incontinentiemateriaal en in andere bioplastics’, zegt Harmsen. ‘Zeewier kan ook bouwstenen leveren voor chemie en farmacie, zoals mannitol dat als bouwsteen voor polyesters kan fungeren’.

Naast de teelt van zeewier op bijvoorbeeld de Noordzee denkt Harmsen dat ook de reststromen van de zeewierproductie in bijvoorbeeld Frankrijk of Noorwegen een interessante bron zijn. ‘Voor de huidige voedseltoepassing wordt slechts een kwart van de biomassa gebruikt. Driekwart is ‘afval’ dat echter nog vol boordevol waardevolle componenten zit’, aldus Harmsen.

 

Huizenhoge golven

Er moet nog aardig wat gebeuren voordat grootschalige zeewierboerderijen realiteit zijn. Kennisinstellingen Marin en Deltares gaan berekenen welke constructies nodig zijn om de zeewierteelt weerbaar te maken tegen het ruwe zeemilieu met zijn soms twintig meter hoge golven in een winterstorm. Op de huidige kleine proefschaal oogsten onderzoekers het zeewier handmatig op hun knieën, maar voor commerciële teelt op honderden hectaren zijn oogstmachines onontbeerlijk. De verbinding tussen offshoretechnologie en landbouwtechniek is evident maar moet nog handen en voeten krijgen. Het consortium gaat dat onderzoeken.
Transport van de ‘akkers’ met wieren op zee naar het land moet op een slimme manier gebeuren. De combinatie met trawlers, maar ook boorplatforms en windmolenparken is een mooi onderwerp van uitdagend onderzoek. De ruimtelijke ordening op zee inclusief de governance van alle gebruikers op de toch al drukke Noordzee is ook een onderzoeksthema.

Want bovenal moet de zeewierketen duurzaam zijn, benadrukken de onderzoekers. ‘Dat is niet alleen een kwestie van milieuvriendelijke teelt, maar het gaat ook om de acceptatie van de maatschappij en de winstgevendheid’, zegt Willem Brandenburg. Het moet in het zeelandschap passen en liefst ook natuur nieuwe kansen bieden. Het begin is er, aldus Brandenburg. ‘Bij onze ‘Wierderij’ in de Oosterschelde zijn wij een goede buur van een kolonie Grote Sterns in een Natura 2000-gebied, rusten de vissen uit onder onze vlonders met zeewier en hebben we regelmatig bezoek van onze (huis)zeehond.’

Contactpersonen: Floris Groenendijk (IMARES), Willem Brandenburg (Plant), Paulien Harmsen (Food & Biobased Research)