Lees verder
'Bedrijven stuiten in hun innovatietraject vaak op dezelfde obstakels. Ze kunnen moeilijk vervolgfinanciering vinden, twijfelen over hun route naar de markt of ze verliezen hun oorspronkelijke doelgroep uit het oog. Het trainingsprogramma van Innovatielink zorgt ervoor dat deze ondernemers op het juiste spoor worden gezet.'
Lucien Joppen

Monique Blokpoel, innovatiemanager bij Innovatielink (zie kader), stond aan de wieg van het SKIL-programma, een acroniem van Succes Katalysator InnovatieLink. ‘We hebben het programma intern ontwikkeld voor innovatieve ondernemers die toe zijn aan de volgende stap in hun innovatieproces. We waren actief op gebied van coaching, maar wilden een apart instrument om ondernemers in een kort tijdsbestek intensiever te begeleiden. We richtten ons daarbij op ondernemingen die al wat verder zijn: geen start-ups, maar bedrijven met een levensduur van twee tot drie jaar.’

Snelkookpan

Het SKIL-programma, dat inmiddels is afgerond, duurde drie maanden, waarbij ervaren collega-ondernemers de deelnemers begeleidden. Blokpoel: ‘Dat klinkt een beetje vreemd, maar veel ondernemers die door de startup-fase komen, hebben niet altijd de vaardigheden of het netwerk om het bedrijf door de volgende fase – de opschaling – te helpen. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld om significant hogere investeringen om technologieën op te schalen of het helder krijgen van productmarktcombinaties. Je ziet toch vaak – zeker in biobased chemie, energie en materialen – dat ondernemers zeer bevlogen zijn en ervan overtuigd zijn dat hun processen of producten de wereld slimmer en duurzamer maken. Dat is goed, maar het is niet voldoende.’

Een adviesgesprek volstaat vaak niet om deze fase goed door te komen, aldus Blokpoel. ‘Dat is een cosmetische oplossing. Je hebt een ‘snelkookpan’ nodig om onder hoge tijdsdruk en met een intensieve begeleiding een specifiek doel te halen. Dat is wat het SKIL programma onderscheidt van andere vergelijkbare programma’s.’

Duplaco

Marcel Oogink (Duplaco) was een van de deelnemers aan het SKIL-traject. Oogink is actief in de algenteelt. ‘Algen vormen een zeer interessante feedstock met tal van applicaties, bijvoorbeeld in food, feed, brandstoffen et cetera. Nu zijn er duizenden typen algen en verschillende manieren om deze te kweken. Zelf heb ik gekozen voor een biotechnologische productiewijze, waarbij de algen groeien op basis van suikerfermentatie. Het is een heterotroof proces en niet, zoals bij algen gebruikelijk, autotroof, waarbij algen gevoed worden door CO2 en zonlicht.’

Volgens Oogink heeft zijn productiemethode de nodige voordelen ten opzichte van gangbare kweekmethoden. ‘Vaak zie je dat de dichtheid van aquatische biomassa te laag is, waardoor het verwijderen van water teveel energie (en geld) kost. Met onze technologie haal ik dichtheden – zeg 100 gram per liter vocht – wat de kosten voor down stream processing aanzienlijk terugdringt.’

Jumbo-algenburger

Inmiddels heeft Oogink al opgeschaald naar een 3 liter-reactor en wil hij verder opschalen naar reactoren met een totaalvolume van 650 liter. Hiermee realiseert hij op jaarbasis een productie van 10 tot 11 ton droge stof. ‘We produceren en leveren al algen aan de industrie. Zo introduceerde Jumbo dit jaar een algenburger onder haar huismerk. De spirulina, de algensoort die de basis vormt voor het product, is van ons afkomstig. De producent van de burgers is Damhert Nutrition.’

Oogink ziet, behalve als food en feedingrediënt, ook kansen voor zijn algen in hoogwaardige supplementen en pigmenten. Technologisch is hij er klaar voor. Er is wel een maar: hij moet wel opschalen om zijn productiekosten te drukken, waardoor hij beter kan concurreren. ‘Daarmee zijn wel grote investeringen gemoeid. Ik merkte dat het niet meeviel om investeerders aan boord te krijgen. Mijn manier van algenkweken is minder bekend zodat ik toch vaak tegen vooroordelen aanliep, ook over algenkweek in algemene zin.’

Investeerder aan boord

Inmiddels heeft Oogink een investeerder gevonden, afkomstig uit de voedingsmiddelenindustrie. Met deze investeerder heeft hij nu ook bij een bank een financiering gekregen. ‘Het netwerk van Innovatielink heeft zeker geholpen, maar ook de hulp om product-marktcombinaties te brengen en verdienmodellen te kwantificeren. Dat maakt het niet duidelijk en tastbaar voor mezelf, maar ook voor investeerders.’

Zoals vermeld zijn de eerste producten met algen van Duplaco al op de markt. Begin 2017 zal Duplaco de opschaling hebben afgerond, zo verwacht Oogink.

Biobased beschermlaag

LiquidSeal is eveneens actief in de voeding, zij het op een ander vlak. Het Leidse bedrijf heeft een vloeibare biobased beschermlaag ontwikkeld op basis van polyvinylalcohol. ‘Deze laag kunnen we aanbrengen op bloemen of fruit met een schil die niet geconsumeerd wordt’, aldus Victor Monster. ‘De laag zorgt ervoor dat door een hogere zuurstofbarrière de stofwisseling binnen de vrucht op een lager peil wordt gebracht. Hierdoor blijven de producten langer houdbaar. In geval van de vruchten waarmee wij werken – mango’s, papaya’s, citrusvruchten en avocado’s -, is dat al snel een week extra. Ook kan de gebruiker chemicaliën toevoegen aan de LiquidSeal, waardoor de ontwikkeling van schimmels zoveel mogelijk worden voorkomen door een ‘slow release systeem’.’

Derving sterk terugdringen

Nu verkoopt LiquidSeal haar product al enkele jaren met succes in de internationale rozenkweekbranche. ‘De telers zijn bereid om te investeren omdat het de kwaliteit en houdbaarheid bevordert. Toen we ons product wilden introduceren in de foodsector, kwamen we er snel achter dat we eerst bij retailers aan moesten kloppen en niet zozeer bij de kwekers. Immers, de voordelen van ons product komen vooral tot uiting aan het einde van de waardeketen. De afnemers worden namelijk geconfronteerd met derving en niet de leveranciers. Via het SKIL-traject en vooral het netwerk van Innovatielink werden we vrij snel geïntroduceerd bij enkele retailers. Daarnaast kregen we hulp om ons verhaal richting retail te stroomlijnen. We moesten onze business case opnieuw formuleren, waarbij het dervingsverhaal voorop stond. Als telers, logistieke providers en retailers de derving van 20 procent terug kunnen dringen tot onder de 5 procent, dan zijn hun oren in ieder geval gespitst. Inmiddels zijn we druk bezig met testen met individuele telers en retailers. De resultaten tot nu toe zijn zeer goed. We hebben er alle vertrouwen in dat we ook in deze keten waarde toe kunnen voegen met LiquidSeal.’