Lees verder
Ondernemers die toe zijn aan een volgende stap, kunnen nu laagdrempelig opschalen in de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom. Daar is namelijk onlangs een nieuwe demo facility in gebruik genomen. Op 18 december wordt deze feestelijk geopend.
Pierre Gielen

De demo facility bestaat uit een lab, werkplekken en een hal waar ondernemers in de groene chemie hun pilot-plants kunnen bouwen. Een belangrijk voordeel daarbij is, dat de faciliteit onder de industriële chemische vergunning van SABIC valt. Volgens Petra Koenders, directeur van de Green Chemistry Campus is dat een enorm voordeel voor veel bedrijven. ‘Dit betekent dat projecten die werken met innovatieve groene chemische bouwstenen redelijk eenvoudig van start kunnen. Als je in de opschalingsfase zit, is zo’n vergunning onmisbaar. En die is anders niet zo gemakkelijk te krijgen.’

Naast fysieke faciliteiten, biedt de demo facility ook diensten aan, zoals een labdienst die analytische support levert. ‘Innoveren in de groene chemie om de ontwikkeling verder te kunnen brengen, is zeer kapitaalintensief’, zegt Koenders. ‘Kan dat niet op een shared facility-achtige manier, dan is het bijna onhaalbaar om een idee om te zetten naar een commercieel product. Daar heb je namelijk complexe en ontzettend dure apparatuur voor nodig. Een faciliteit zoals die van ons is daarin een belangrijke schakel.’

Testfaciliteiten

Standaard tests kunnen in het eigen lab van de facility worden uitgevoerd. Daarnaast heeft de Campus toegang georganiseerd tot de testfaciliteiten van grote bedrijven in de regio, zoals SABIC, Cargill en Cosun Labs; bedrijven die actief zijn in de chemie, maar ook op het crossover-gebied van agro naar chemie. ‘Via de Campus stellen zij hun faciliteiten beschikbaar voor het MKB. Ze helpen om te identificeren wat je nodig hebt, hoe dit georganiseerd kan worden en welke analysevraagstukken je hebt. De juiste vragen stellen, vergt nogal wat kennis. En dat is belangrijk, want al rekenen deze partijen geen commerciële prijzen, kosteloos is het niet.’

De Campus ondersteunt MKB’ers ook op andere gebieden. ‘We hebben een soort menukaart met vele diensten die een bedrijf nodig heeft om in een volgende fase te geraken. Dat varieert van hulp met het inhoudelijk en juridisch correct vastleggen van een IP-aanvraag tot assistentie bij het maken van een marketing- of businessplan en financieringsvraagstukken. Dat doen we niet allemaal zelf, maar samen met het ecosysteem van de Biobased Delta rondom de Campus. Zo zijn er in de regio diverse starterscentra die connecties hebben met business- en marketingcoaches. We leveren zelf ook geen financiering, maar helpen ondernemers wel met het organiseren daarvan bij andere partijen. En we brengen de bedrijven in contact met kennisinstellingen. Eigenlijk proberen wij maximaal te ontzorgen op de punten waar een bedrijf behoefte aan heeft.’

Dat de demo facility inderdaad in een behoefte voorziet, blijkt wel uit het feit dat er al sinds november bedrijven actief zijn. Er is nog wel ruimte over, maar volgens Petra Koenders zal het niet lang duren voor die ook is gevuld. ‘We praten met een aantal bedrijven die bijna in de opschalingsfase zitten en bezig zijn om de financiering rond te krijgen. Zodra ze een go krijgen, kunnen zij erin.’ Het verblijf in de demo facility is uiteraard wel tijdelijk. Na een succesvolle opschalingsfase is het de bedoeling dat de bedrijven zich elders verder ontwikkelen; op het campusterrein, of daarbuiten.

Challenges

De samenwerking met het MKB kan omgekeerd ook vruchten afwerpen voor grote bedrijven. Daarvoor lanceren Green Chemistry Campus, NV, REWIN West-Brabant en de lokale Rabobanken in West-Brabant en Zeeland een nieuw programma, waarin oplossingen gezocht worden voor door de markt gedefinieerde uitdagingen.

Daarbij wordt wereldwijd gezocht naar partijen die een (deel)oplossing hebben voor de challenges. Met die partijen wordt een intensief traject gestart om het idee tot verdere wasdom te brengen, door het inbrengen van ‘kennis, geld en kennissen’. Dat gebeurt aan de hand van zogeheten ‘Challenges’. Koenders: ‘We hebben bedrijven als Cargill, Cosun en Rodenburg gevraagd met welke vraagstukken ze worstelen, die voor de business belangrijk zijn, maar waar ze zelf niet aan toekomen. Denk aan de verwaarding van reststromen, of aan nieuwe processen voor het energie-efficiënt ontwateren van biomassa. Wij maken deze vraagstukken toegankelijk voor start-ups, scale-ups of kennisinstellingen die daar een innovatieve oplossing voor hebben of aan het bedenken zijn.’ Koenders geeft daarbij aan dat er in het programma ook nog ruimte is voor partijen die een challenge willen inbrengen.

Samenwerken

‘In een periode van twee weken nemen we de partijen mee door een proces, waarin we naar de oplossingen luisteren en met elkaar bepalen op welke gebieden wij kunnen helpen bij de verdere ontwikkeling van hun oplossing. Daarna stellen we een innovatiecontract op, waarin de partijen aangeven welke rol ze gaan invullen en hoe. De innovatiecontracten helpen om de oplossing op een gerichte manier uit te werken tot een niveau waarop deze commercieel haalbaar wordt. Daarbij kan het gaan om een nieuwe applicatie, een nieuwe fabriek of een nieuwe product-marktcombinatie.’

‘Met deze aanpak willen we het ‘traditionele gat’ tussen grote bedrijven en de hoog innovatieve ondernemers overbruggen en daarmee tevens de economische ontwikkeling van de regio versterken en breder, de transitie naar een Circulaire Biobased Economie versnellen. Het is ook bedoeld om nog intensiever samen te werken binnen het ecosysteem waar de Campus een onderdeel van is en om bedrijven verder vooruit te helpen. We willen geen bootcamp, dat ophoudt bij het contract; het gaat er juist om innovaties een stap verder te brengen en te begeleiden naar iets echt zinvols.’ Het definitieve programma wordt op 18 december gelanceerd, tijdens de opening van de demo facility.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Biobased Delta