Lees verder
De Andes lupine bevat meer eiwit dan soja en meer olie dan zonnebloemen. Je kunt er veevoer van maken, maar ook voeding, kleurstoffen, cosmetica, haarproducten, schuimen en insecticiden. De reststromen zijn goed voor de biogasproductie. Het is al met al een veelbelovende plant, zo werd duidelijk tijdens de online slotconferentie van LIBBIO, georganiseerd door het Kenniscentrum Biobased Economy van de Hanzehogeschool Groningen.
Pierre Gielen

LIBBIO is een Europees onderzoeksproject naar de teelt en toepassingen van Andes Lupine (Lupinus mutabilis, tarwi) met het oog op het versterken van de bioeconomie. Er deden acht landen vanuit heel Europa aan mee, van Griekenland tot IJsland.

In Zuid-Amerika wordt het gewas al meer dan 4.000 jaar geteeld, vertelde Bert-Jan van Dinter (Vandinter Semo) tijdens de bijeenkomst. LIBBIO ontwikkelde een nieuwe variant die is geoptimaliseerd voor de teelt in Europa: de Cotopaxi. Binnen vijf jaar is deze variant aan de Europese gewassenlijst toegevoegd en behaalde Vandinter Semo als partner in LIBBIO hiervoor de teeltrechten.

Medebepalend voor het succes van de Andes lupine is dat het gewas maar weinig voedingsstoffen nodig heeft en daardoor goed in marginale (zure en kalkarme) gebieden groeit. Het heeft zelfs bodemverbeterende, stikstoffixerende en insectenwerende eigenschappen. Daardoor is de lupineteelt nu al winstgevend in bijvoorbeeld Portugal, Spanje, Oost-Duitsland, Polen, Roemenië en Bulgarije.

Duurzame extractie

Tegelijk is de ontwikkeling van duurzame extractiemethoden belangrijk om de Lupine maximaal te kunnen benutten. Dat is het specialisme van Rob van Haren, lector Transitie Bio-economie aan de Hanzehogeschool: “We hebben een kosteneffectieve extractiemethode ontwikkeld: het gebruik van superkritische CO2. Daarbij wordt CO2 verhit en onder druk gezet, waardoor het tegelijkertijd de eigenschappen van een gas en een vloeistof krijgt. Zo kunnen zo oliën, koolstoffen en eiwitten extraheren zonder gebruik van schadelijke oplosmiddelen.”

Het proces is zeer efficiënter. Van Haren: “Bij standaardextractie halen we olie en veevoer uit de lupinebonen, met een opbrengst van hoogstens 80 cent per kilo. Met het LIBBIO-proces zijn we in staat om er veel meer stoffen uit te halen met een waarde van 5 tot 6 euro per kilo, terwijl de kostprijs 2 euro bedraagt. Dat een flinke marge.”

En wat levert dat uiteindelijk aan toepassingen op? “We hebben diverse producten ontwikkeld, waaronder veganistische yoghurt, ijs, chocolade, spreads en mayonaise. Maar ook kleurstoffen en conserveringsmiddelen, zoals gammatocoferol. Aan de non-food kant hebben we trendy bio-based producten ontwikkeld voor bijvoorbeeld haar- en huidverzorging. De eigenschappen van lupine-olie zijn zelfs vergelijkbaar met die van arganolie: het maakt haren sterker en glanzender. We hebben er ook houtlijm mee gemaakt. En de alkaloïden uit de plant zijn te gebruiken als afbreekbare insecticiden. Omdat Lupine groeit tot in de winter, is het ook ideaal voor de biogasproductie. De opbrengst (90 ton/ha) is vergelijkbaar met die van maïs. Kortom: LIBBIO heeft een nieuw gewas in Europa geïntroduceerd met grote kansen!”

LIBBIO-2

Het LIBBIO-project is gerealiseerd dankzij financiering via de Bio-based Industries Joint Undertaking (BBI -JU). Bij de opvolger Circular Bio-Based Europe Joint Undertaking (CBE-JU) zal een voorstel worden ingediend voor de financiering van een vervolgproject. In LIBBIO-2 kan bijvoorbeeld verder worden gewerkt aan het ontwikkelen van een zoete Lupinevariant die meer geschikt is voor menselijke of dierlijke consumptie. Bij de huidige bittere variant is daarvoor een voorbehandeling nodig. Ook is verder onderzoek nodig naar het verhogen van de zaadopbrengst en het eventueel aanpassen van het oogstseizoen.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Hanzehogeschool Groningen.

Beeld bovenaan: Lukas Gojda/Shutterstock

LIBBIO in 3 minutes