Lees verder
Per jaar komt er ongeveer 80.000 ton aan houtige biomassa vrij van de bosrijke provincie Drenthe. ‘Deze biomassa wordt nu vaak verbrand. Binnen het project Fytochemie gaan we de komende jaren onderzoeken of we hier producten van kunnen maken.’
Lucien Joppen

Jolanda Heistek (senior consultant bij Triple E) is nauw betrokken bij het project dat nu nog in de kinderschoenen staat. De provincie Drenthe ondersteunt dit project financieel zodat ondernemers, onderwijs en onderzoek de eerste stappen kunnen zetten naar deze nieuwe bio-economieketen. ‘Het idee achter het project is de beschikbare biomassa die jaarlijks wordt geoogst een hoger rendement te geven. Vanzelfsprekend moet de ecologische waarde van de bossen niet worden aangetast. We hebben het niet alleen over kap, maar over hout dat wordt gesnoeid om het landschap te beheren. Welnu, dat hout wordt nu vaak verbrand. Hoog tijd om te kijken of we deze houtige biomassa ook voor andere, meer hoogwaardige toepassingen kunnen gebruiken.’

Volgens Heistek is dat ook in het belang van de eigenaren/beheerders van de Drentse bossen, zoals Staatsbosbeheer en Het Drentse Landschap. ‘Zij zijn op zoek naar nieuwe verdienmodellen. Dit om druk op het bosecosysteem te voorkomen. Hoogwaardig chemisch gebruik van hout kan daarbij een duurzamere toepassing en een duurzame inkomstenbron zijn. We gaan van kwantiteit naar kwaliteit als het gaat om het gebruik van hout.

 

’De reststromen aan het eind van de waarde-cascadering kunnen een bron zijn van ‘goedkope’ energievoorziening voor onder meer de glastuinbouw’

 

Fijnchemie

De vraag is: welke producten en welke processen zullen op basis van de houtige biomassa moeten worden ontwikkeld? We hebben het bijvoorbeeld over lignine en (hemi)cellulose als feedstock. Heistek: ‘We hebben het in eerste instantie over bouwstenen voor de fijnchemie. Voor bulkchemie is het volume dat jaarlijks wordt gegenereerd, veel te gering. Er zijn methoden om deze biochemicaliën, voor bijvoorbeeld de productie van organische oplosmiddelen, uit de lignine of hemicellulose te halen, zoals via extractie op basis van kritische CO2. Deze extractiemethodes worden vaak op lab- of op pilotschaal getest en zullen dus moeten worden opgeschaald. Ook is het economisch rendement van deze extractietechnologie voor belang voor het laten slagen van deze nieuwe productieketen.’

Volgens Heistek zal in het project ook worden onderzocht welke verwaardingen van houtige gewassen, bij voorkeur in combinatie met elkaar, kunnen leiden tot haalbare business cases. ‘De reststromen aan het eind van de waardecascadering kunnen een bron zijn van ‘goedkope’ energie voorziening voor onder meer de glastuinbouw.’

 

Koppelen aan chemiecluster

Heistek ziet kansen om de directe nabijheid van biomassa uit de Drentse bossen te koppelen aan het chemiecluster rondom Emmen. ‘Met bedrijven en organisaties als APICumapolTeijin, en StendenPRE op het Emmtec terrein, en DSM heeft Zuidoost-Drenthe de potentie om zich verder te ontwikkelen als toplocatie op het gebied van groene chemie. Daarbij is de rol van een hogeschool onmisbaar, in het bijzonder de enthousiaste lectoren van Stenden. Zij zijn in staat om veel ‘energie’ te genereren zowel bij studenten als ondernemers voor nieuwe ontwikkelingen. Dat potentieel is ook bevestigd door de beslissing van de overheid om Stenden Hogeschool en het Emmtec aan te wijzen als Centre for Open Chemical Innovation (COCI).’

Emmen heeft een innovatief chemiecluster, dat gespecialiseerd is in vezelchemie, biocomposieten en biopolymeren. Daarvoor is een brede variatie aan uitgangsmateriaal nodig, bouwstenen van plantaardige oorsprong kan die diversiteit bieden, aardolie (dat een vaste samenstelling heeft) niet. Dat biedt volgens Heistek juist kansen voor feedstocks zoals de houtige biomassa uit bossen of de land- en akkerbouw. ‘Als de basisgrondstoffen (bijvoorbeeld harsen) worden ‘verrijkt’ met de biobouwstenen uit de bossen, dan is duidelijk dat we hier een gigantische bron hebben voor chemische toepassingen.’

 

Impuls

Heistek stelt dat het eigenlijk om een nieuwe vorm van chemie gaat, de fytochemie, dit om aan te geven dat het hier om het gebruik van bomen en andere houtige gewassen als bron van groene chemie en duurzame bouw producten en in de toekomst wellicht ook voeding en farma. Voor deze laatste toepassingen zal onderzoek worden uitgevoerd samen met Hanze Hogeschool en de RijksUniversiteit Groningen. ‘Het is een geheel nieuwe benadering die een extra impuls kan geven aan de groene economie van (Zuidoost-)Drenthe en die ook een belangrijke bijdrage kan leveren aan het behoud en versterking van de chemiesector in Emmen.’