Lees verder
Termen als 'circulaire economie' en 'biobased producten' zijn tegenwoordig modewoorden geworden, maar hoe ver zijn we werkelijk in de overgang naar een biobased economie? Hoewel de chemische en verpakkingsindustrie aanvankelijk terughoudend waren ten aanzien van deze verandering vanwege de technische uitdagingen die biobased ingrediënten met zich meebrengen, heeft een verandering in de publieke perceptie veel industrieën ertoe aangezet actie te ondernemen en oplossingen zonder fossiele brandstoffen te ontwikkelen. Om dit te bereiken hebben veel bedrijven hun krachten gebundeld met deskundigen en wetenschappers van onderzoeksinstellingen.
Anna Celli, WUR

Zo heeft de Wageningen University & Research (WUR) bijgedragen aan de energie- en materiaaltransities door haar expertise te delen met de particuliere sector. Het Barneveldse Paperfoam is een voorbeeld van deze samenwerking. Paperfoam produceert hoogwaardige verpakkingen voor telefoons en eierdozen uit natuurlijke vezels, zetmeel en een “magic mix”. Het eindproduct is 40% lichter en de productie stoot 90% minder CO2 uit dan traditionele verpakkingen.

Meer recentelijk ontwikkelden WUR-onderzoekers een circulair bindmiddel voor asfalt uit lignine (een nevenstroom van de papierproductie) ter vervanging van bitumen, dat een aardolieproduct is. Momenteel wordt deze uitvinding gebruikt in 30 wegen in Nederland en worden opties ontwikkeld om een volledig op lignine gebaseerd asfaltbindmiddel voor Europese snelwegen te ontwikkelen. Deze technologie is ook geschikt voor andere toepassingen zoals dakbedekking. In de afgelopen 30 jaar heeft WUR veel nieuwe circulaire producten mede ontwikkeld zoals circulaire verpakkingscoatings, speelgoed voor huisdieren, plantenpotten, biobased autobanden en groene isolatiematerialen. Maar ook veilige biobased en biologisch afbreekbare alternatieven voor fossiele surfactanten in shampoos om te voorkomen dat microplastics hun weg naar het milieu vinden. Vele daarvan zijn 10-20 jaar na de lancering nog steeds op de markt.

Met dit bewijs van reeds vele succesvolle marktintroducties is de volgende stap opschaling. Daarom is een programma voor het Nationaal Groeiprogramma “BioBased Circulair – BBC” ingediend bij de Nederlandse overheid. Het programma richt zich op het opschalen en versnellen van de ontwikkeling en productie van circulaire kunststofmaterialen op basis van koolhydraatrijke biomassa naar grootschalige toepassingen in alledaagse producten zoals levensmiddelen, verpakkingen, meubels, bouwmaterialen en coatings. Het voorstel omvat ook een andere belangrijke factor die door de deelnemende bedrijven wordt aangepakt: menselijk kapitaal.

Paradigmaverschuiving in het onderwijs

WUR biedt al het MSc studieprogramma “Biobased Sciences” dat specifiek gericht is op de overgang van technologieën voor fossiele brandstoffen naar een circulaire economie, en tal van MOOC-cursussen voor professionals. Maar volgens Gerlinde van Vilsteren, Projectmanager Waardecreatie bij WUR “komt er geen echte transitie naar een fossielvrije samenleving als we de menselijke factor buiten beschouwing laten. Er zijn veranderingen in het onderwijs, leermodellen en nieuwe soorten transdisciplinaire expertise nodig.

Dergelijke experimentele manieren van leren worden al gebruikt voor buitenschoolse programma’s, zoals de studentenwedstrijden die WUR Student Challenges organiseert voor studenten wereldwijd. Dit jaar vindt de ReThink Waste Challenge plaats op Wageningen Campus en online en werken 27 internationale studententeams aan creatieve oplossingen voor de circulaire economie. Een belangrijk aspect van deze initiatieven is de samenwerking tussen de studententeams en een netwerk van partners die de studenten coachen bij de ontwikkeling van een product. Daarnaast leren de studenten over ondernemersvaardigheden en leren ze werken in een multidisciplinair team door hun expertise te delen en anderen te onderwijzen in een informele setting.

Muskan Mathur, leider van team Bridging Buildings and Bins (BB&B), denkt dat deelname van partners de ReThink Waste Challenge onderscheidt van andere programma’s: “Als studenten zijn we bedreven in het bestuderen van literatuur en het schrijven daarover” – zegt Mathur – “maar partners hebben ons voortdurend gepusht en ons praktische en inzichtelijke vragen gesteld om ons innovatieve productidee zover te krijgen. Aan het begin van de uitdaging wilden we een duurzaam isolatiemateriaal maken van pruimenpitten, maar dankzij de expertise en begeleiding van onze coaches beseften we dat dit niet ging werken en besloten we van nul te beginnen en in plaats daarvan koolzaadstengels te gebruiken!” Multidisciplinariteit was ook de sleutel tot hun proces: “telkens als ik me vast voelde zitten of niet wist hoe ik iets moest doen, stapte iemand anders in het team op en legde me uit hoe”.

Multidisciplinariteit lijkt ook cruciaal voor de ontwikkeling van het nieuwe tijdperk van onderwijs voor een biobased economie, aangezien er verschillende beroepsprofielen nodig zijn om de huidige industrie te revolutioneren. Om het in de woorden van van Vilsteren te zeggen: “Het ontwikkelen van een product is een begin, maar we hebben ook dringend beleidsmakers, ontwerpers en business model ontwikkelaars nodig om een biobased toekomst werkelijkheid te laten worden.”

De grote finale van de ReThink Waste Challenge vindt plaats op 21 juni op de Wageningen Campus. Het evenement omvat een Innovatiemarkt met presentaties van Challenge-deelnemers en partners en een prijsuitreiking met keynotes van prof. Cees Leeuwis (WUR) en Ugne Dirdaite (EU Bioeconomy Youth Ambassador). Het evenement is vrij toegankelijk, meer informatie en registratie hier.

De grote finale van de ReThink Waste Challenge vindt plaats op 21 juni op de Wageningen Campus. Het evenement omvat een Innovatiemarkt met presentaties van Challenge-deelnemers en partners en een prijsuitreiking met keynotes van prof. Cees Leeuwis (WUR) en Ugne Dirdaite (EU Bioeconomy Youth Ambassador). Het evenement is vrij toegankelijk, meer informatie en registratie hier.