Bij chemisch recyclen gaat het erom van gemengde stromen met zowel biomassa als afvalplastics nieuwe grondstoffen te maken voor de chemie- en kunstofindustrie. De overstap naar circulaire grondstoffen brengt veranderingen in de hele keten met zich mee. Nationale en Europese wetgeving die traditioneel gericht is op scherp te onderscheiden sectoren zoals afval en chemie, zal ook moeten worden aangepast. Samenwerking is de sleutel. Niet alleen binnen de keten, maar ook over de grenzen van sectoren, regio’s en zelfs landen heen.
Shell
Het gaat bij chemisch recyclen om een globale markt, benadrukte ook Paul de Hoog van Shell tijdens de bijeenkomst in Moerdijk. Shell heeft zich tot doel gesteld tegen 2030 een miljoen ton afvalplastics te verwerken tot pyrolyse-olie, als vervanger van aardolie bij de productie van chemische bouwstenen voor nieuwe plastics. Dat lukt alleen door er op meerdere productievestigingen aan te werken: in Nederland, Duitsland de VS en Singapore tegelijk.
Nog dit jaar start Shell samen met technologieprovider BlueAlp aan de bouw van een 50kton upgradingfabriek in Moerdijk die de olie geschikt moet maken voor de huidige naftakrakers. “Hiermee geven we de leveranciers van pyrolyse-olie het signaal dat er een klant is die investeert in deze technologie en bereid is de olie op grotere schaal af te nemen”, zegt De Hoog. “Hiermee kan Nederland een van de koplopers worden in deze transitie.” De fabriek moet in 2024 operationeel zijn.
Om voldoende pyrolyse-olie te maken voor de hele chemische industrie levert de huidige inzameling van verpakkingsplastic overigens niet genoeg op. Kim Meulenbroeks van Renewi zegt dat het denkbaar is dat Nederland in de toekomst zelfs plasticafval moet gaan importeren voor dit doel. “Uiteindelijk is ook afval een grondstof die naar de meest biedende gaat.”
Verantwoorde keuze
Aan de andere kant spelen de brand owners een rol: grote merkenproducenten zoals Unilever die ervoor kiezen om circulaire plastics in de verpakkingen van hun producten te gebruiken. “Samen met de chemische sector nemen we onze verantwoordelijkheid, zodat de consument in de supermarkt een duurzame keuze kan maken”, zegt Thor Tummers van Unilever. De multinational wil alleen nog plastics gebruiken die ofwel composteerbaar, herbruikbaar of recyclebaar zijn en het gebruik van ‘virgin’ grondstoffen halveren. “We willen zelfs meer inzamelen dan we zelf verkopen.”
Deze transitie vereist nu al forse investeringen, maar de business case verbetert volgens Tummers. “We werken op deze manier aan een substantiële vermindering van CO2-emissies, we creëren er banen mee en zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende materialen. Zo kunnen we Nederland positioneren als een soort living lab voor chemisch recyclen.”
Lichtpunt
Arnold Stokking, trekker van het platform Groene Chemie, Nieuwe Economie (GCNE) wijst erop dat het bij chemische recycling zeker niet alleen om technologie gaat, maar om alle andere randvoorwaarden daaromheen, zoals het scheppen van waardeketens, financiering, opschaling en wetgeving. Een lichtpunt is dat de overheid serieus investeert in innovatie, bijvoorbeeld via Invest-NL en het Nationaal Groeifonds. GCNE is betrokken bij diverse voor chemisch recyclen relevante Groeifonds-projecten, waaronder Circulaire Plastics, Future Carbon en de nieuwe aanvraag Biobased Circular (BBC). Tegelijkertijd bouwt het platform aan het overbruggen van de kloof tussen kleine en middelgrote bedrijven die willen opschalen en de grote industriële spelers die onmisbaar zijn om een echt verschil te maken in de markt.
In de tussentijd is het wachten op nieuwe Europese richtlijnen voor chemische recycling. Daar wordt aan gewerkt, vertelde Martijn Reubzaat, beleidscoördinator van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De Brusselse molens draaien echter traag en hij sprak ook de verwachting uit dat hierover waarschijnlijk niet binnen 5 jaar duidelijkheid zal zijn.
Praktische hulp
Vooral de ‘einde afvalstatus’ regelgeving (wanneer houdt afval op afval te zijn en kan het als een schone grondstof worden beschouwd?) is een van de grote uitdagingen. Programmanager Anita Lieverdink van GCNE vertelde dat er momenteel onderzoek wordt gedaan met als doel ondernemers vooral praktische hulp te kunnen bieden. Het Ministerie van IenW, Rijkswaterstaat en de Omgevingsdiensten zijn momenteel bezig met het opstellen van end-of-waste richtlijnen voor ondernemers. Die gelden dan echter alleen in Nederland. Volgens Björn Koopmans (GCNE) kunnen ondernemers die aan de Nederlandse regels voldoen echter wel een beroep doen op de zogeheten ‘regulatory sandbox’: een instrument dat experimenteren op Europese schaal mogelijk maakt voor gevallen waarin er nog geen Europese regelgeving is.
De boodschap is duidelijk. De markt voor chemisch recyclen is nog lang niet uitgekristalliseerd. Er zijn nog veel onduidelijkheden op het gebied van grondstoffen uit afval, logistiek, standaardisatie en regelgeving. Maar dat is geen reden om af te wachten. Freek van Eijk (Circular Biobased Delta): “De details zijn misschien nog onbekend, maar de richting die we met zijn allen opgaan in Europa is helder. Als je gelooft in de cirulaire economie en ziet wat er in de pijplijn zit, is het beter om te anticiperen op wat er zit aan te komen, dan om achterover te leunen.” Of, zoals Joop Groen (Netwerk Chemisch Recyclen) stelt die de Nederlandse ‘filosoof’ Johan Cruijff aanhaalt: “Je kunt maar op één moment op tijd zijn. Alle andere momenten zijn te vroeg of te laat. De juiste tijd is nu.”
De presentaties van deze top zijn hier te downloaden.
Zie ook het verslag en de video-impressie van de eerder gehouden bijeenkomst over chemisch recyclen in Duitsland.