Lees verder
Het Bio-Based Industries Consortium heeft onlangs een uitgebreid overzicht van financiële instrumenten gepubliceerd; een praktische gids voor bedrijven en beleggers die actief zijn in de circulaire/biobased economie. Een van de belangrijkste uitgangspunten van dit document is, dat bedrijven verschillende fondsen tegelijk kunnen 'aanboren'.
Lucien Joppen

Volgens Dirk Carrez, directeur van het Bio-Based Industries Consortium (BIC), zijn “investeringen in de bio-economie cruciaal om Europa minder afhankelijk te maken van niet-hernieuwbare hulpbronnen en onze economie duurzamer te maken. Met het nieuw verschenen rapport (getiteld ‘Access to EU financial instruments suitable for the implementation of large bio-based industry investments’), geven we een overzicht van de financiële instrumenten die iedereen ter beschikking staan die wil investeren in de bio-economie. Op dit moment zijn er verschillende mogelijkheden, waaronder BBI JU-financiering, die een breed scala aan financieringsmogelijkheden dekken. Dat varieert van het afsluiten van leningen en het inzetten van eigen vermogen tot quasi-equity financiering en subsidies. Met het rapport wil BIC ook de synergieën benadrukken die bestaan tussen de uiteenlopende financiële instrumenten.”

Moeilijkheden

Zes maanden geleden, in mei 2017, wees een onderzoek in opdracht van de EIB (Europese Investeringsbank) erop dat biobased projecten worden vertraagd door onoverbrugbare ‘kloven’ in de financiering, vooral in de pilot-naar-demo-fase en bij de laatste opschaling naar industriële faciliteiten.

Ongeveer acht van de tien respondenten ondervinden problemen bij de toegang tot financiering van particuliere beleggers. Een aantal risicofactoren belemmert de private investeringen, die normaliter tegenover overheidsfinanciering horen te staan, waaronder de marktvraag, technologie en EU- of nationale wetgeving.

Een andere belangrijke bevinding uit het onderzoek: zowel bedrijven als investeerders zijn zich niet bewust van alle beschikbare financieringsmogelijkheden. Daarom verklaarde de EIB dat het belangrijk is om binnen de sector het bewustzijn te vergroten van de specifieke financieringsinstrumenten die reeds bestaan, zoals InnovFin en het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). Deze fondsen zijn niet specifiek gericht op de bio-economie, maar kunnen wel worden gebruikt om andere financieringsinstrumenten te matchen, zoals de subsidies van de Bio-based Industries Joint Undertaking (BBI JU).

Sterkere betrokkenheid

Als reactie op de bovenstaande bevindingen hebben de EIB en de Europese Commissie verklaard dat zij zich sterker zullen inzetten voor het totstandbrengen van een concurrerende Europese biobased/circulaire economie. Een belangrijk onderdeel van deze toezegging is de medefinanciering van biobased projecten die kunnen bijdragen aan economische groei en hoogwaardige werkgelegenheid, en die Europa minder afhankelijk maken van fossiele feedstocks. Daarbij gaat het doorgaans om grootschalige projecten, die een extra financiële duw in de rug nodig hebben in de demonstratie- en flagship-fase.

Zoals eerder vermeld, zijn er tal van instrumenten voor overheidsfinanciering. InnovFin, onderdeel van het Horizon2020-programma, is opgezet door de EIB en de EC. InnovFin omvat een reeks van financiële instrumenten (bijvoorbeeld leningen, investeringen) en adviesdiensten met een brede reikwijdte, gericht op onderzoeks- en innovatieprojecten, zowel in het MKB als bij grote bedrijven. Wat betreft projectomvang, bestrijkt InnovFin een brede financiële reikwijdte: van € 25.000 tot maar liefst € 500 miljoen.

InnovFin introduceert thematische investeringsprogramma’s om extra publieke en particuliere investeerders te bewegen tot investeren in de bio-economie. Onlangs is bijvoorbeeld het thematische investeringsplatform voor de circulaire bio-economie (TIP) gelanceerd. Het richt zich hoofdzakelijk, maar niet uitsluitend, op innovatieve circulaire bio-economieprojecten. Het doel van TIP is deze projecten toegang te bieden tot financiering, met name in de vorm van leningen of quasi equity (achtergesteld vermogen).

Hoger risicoprofiel

Het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) is door de EIB-groep opgericht als één van de pijlers onder het Junckerplan (2015). Dit strategische plan is bedoeld om publieke en private investeringen in de Europese economie te stimuleren, bijvoorbeeld door belemmeringen voor investeringen weg te nemen en slimmer gebruik te maken van financiële middelen.

Met steun van het EFSI financiert de EIB-groep economisch levensvatbare projecten, waaronder vooral projecten met een hoger risicoprofiel dan gebruikelijk was voor de EIB. Het gaat daarbij om sectoren van cruciaal belang voor de Europese economie, waaronder de strategische infrastructuur, onderwijs/R&D/innovatie, hernieuwbare energie/efficiency van hulpbronnen en ondersteuning van het MKB.

Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) zijn bedoeld om banen te scheppen en een inclusieve samenleving op te bouwen. ESIF omvat vijf verschillende fondsen, waarvan sommige kunnen worden gebruikt voor biobased projecten, zoals het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

Vanguard

Vanuit financieringsperspectief zijn er duidelijke kansen op synergie tussen regionale ontwikkeling en grootschalige projecten van (multinationale) organisaties en bedrijven. Om die kansen te kunnen benutten, ondertekenden BIC en het Vanguard Initiative in 2016 een Memorandum of Understanding. Dit hield in dat beide organisaties zullen samenwerken, bijvoorbeeld door informatie te delen en synergieën te onderzoeken tussen BBI-werkprogramma’s en Vanguard-pilotprojecten op het gebied van de bio-economie.

Bij de ondertekening van het MoU zei Marcel Wubbolts, voormalig voorzitter van het BIC Board en de raad van bestuur van de Bio-based Industries Joint Undertaking (BBI JU): “Ik kijk uit naar de resultaten van onze samenwerking met Vanguard, zoals een grotere zichtbaarheid voor de biobased industrie en nieuwe samenwerkingsverbanden in de waardeketen. Het zou geweldig zijn om mogelijkheden voor cofinanciering te zien die de wederzijdse toegevoegde waarde laten zien van BIC op EU-schaal en Vanguard op regionale schaal.”

First2Run

Volgens BIC zijn er verschillende synergieën mogelijk tussen de fondsen/programma’s die in het nieuwe rapport worden genoemd. First2Run is een sprekend voorbeeld van een grootschalig project, waarbij gebruik is gemaakt van meerdere fondsen. In dit project wordt de economische, technische en ecologische haalbaarheid onderzocht van een geïntegreerde bioraffinaderij. De olie uit onderbenutte oliehoudende gewassen, die worden geteeld in droge en economisch marginale landen, zal verder worden omgezet in bio-monomeren. Deze dienen op hun beurt als bouwsteen voor bioproducten met een hoge toegevoegde waarde (bijvoorbeeld biosmeermiddelen of biokunststoffen), via de integratie van chemische- en biotechprocessen.

De projectkosten voor First2Run bedragen in totaal € 130 miljoen, waarvan € 60 miljoen door de EIB wordt gefinancierd via het EFSI. First2Run heeft ook bijna € 17 miljoen gekregen van de Europese Commissie, via de BBI JU. Carrez: “De biobased economy wordt nog altijd gezien als een risicovolle onderneming, dus je hebt subsidies, leningen, garanties en andere vormen van financiële ondersteuning nodig om investeringen hier in Europa te houden.”

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met het Bio-Based Industries Consortium.