Lees verder
Ondernemers die pyrolysetechnologie voor de chemische recycling van plastic reststromen willen opschalen lopen tegen een muur van verouderde en belemmerende regelgeving aan. PyroCHEM en het Netwerk Chemisch Recyclen organiseerden hierover eind april een netwerkbijeenkomst in Port of Moerdijk.
Redactie / Moerdijk

Daar werd nog eens duidelijk dat er absoluut geen sprake is van een ‘level playing field’ als het gaat om grondstoffen die zijn gemaakt van chemisch gerecyclede plastics. Hoewel Jappe de Best, lector van Avans Hogeschool/Centre of Expertise Biobased Economy met LCA’s aantoonde dat de voetafdruk van pyrolyseren in ieder geval kleiner is dan die van het verbranden van dezelfde afvalsoorten, hebben ondernemers nog steeds geen zekerheid over de vraag wat de status is van deze circulaire grondstoffen. Ze moeten stapels bewijsmateriaal over de herkomst en de samenstelling aanleveren; veel meer dan voor ruwe aardolie ooit nodig is geweest.

Tegenover deze zware administratieve last staat echter geen enkele zekerheid dat de nieuwe grondstof dan wel overal wordt toegelaten. Een Centraal Loket dat die zekerheid kan geven, bestaat niet. Binnen Nederland erkennen de Omgevingsdiensten elkaars oordelen niet; wat in Groningen als grondstof wordt beschouwd, kan in Limburg nog steeds als afval worden gezien. En bij buitenlandse leveringen is het al helemaal afwachten of ze wel of niet aan de grens worden teruggestuurd.

Naar de rechter

Dat moet en kan anders, betogen de partners van het PyroCHEM project, in navolging van het rapport ‘End of Waste’ dat Ecomatters in opdracht van Groene Chemie Nieuwe Economie (GCNE) schreef. Maar wachten op nieuwe regelgeving van de overheid is geen optie. Bjorn Koopmans van GCNE raadt ondernemers aan om gewoon aan de slag te gaan. Als een Omgevingsdienst bezwaar maakt, moet die maar naar de rechter stappen. “Indien je als ondernemer je huiswerk hebt gedaan en je documenten zijn op orde, ben ik ervan overtuigd dat je zo’n rechtszaak gewoon wint.”

Tegelijkertijd kan de industrie zelf met certificeringsschema’s aan de slag. “De industrie is daartoe perfect in staat en verdient het vertrouwen van de overheid om dit te doen”, volgens Koopmans. GCNE werkr inmiddels alweer aan een vervolg op het onderzoek van EcoMatters. Daarin wordt bekeken hoe de industrie de overheid over de streep kan trekken om meer faciliterend te werken, in plaats van uit te gaan van restricties. Uiteindelijk is het voor behalen van de Nederlandse én Europese doelstellingen op het gebied van circulariteit belangrijk dat er een sluitende en algemeen geldende Einde Afvalstatus komt, die behalve voor afvalplastics ook van toepassing is voor gemengde afvalstromen met biomassa.

Lees het volledige verslag van de bijeenkomst in Moerdijk op een van de beneden genoemde websites.