Lees verder
De Europese Commissie legt te eenzijdig de nadruk op elektrisch vervoer, ten koste van hernieuwbare brandstoffen. Eerlijke concurrentie tussen diverse oplossingen is daardoor niet mogelijk en de klimaatdoelen dreigen niet te worden gehaald.
Redactie / Hamburg

Dat stellen prof. dr.-ing. Thomas Willner van de Hogeschool Hamburg en dr. Armin Günther, hoofd Innovatie & Ontwikkeling van Air Liquide in een open brief aan de Europese Commissie. De brief werd ondertekend door zo’n 200 Europese wetenschappers. Zij vinden dat de commissie het beginsel van technologieneutraliteit schendt door eenzijdig te kiezen voor elektrisch vervoer, zonder hier transparant over te zijn en zonder te kijken naar de daadwerkelijke vermindering van de broeikasgas-emissies die dit oplevert over de gehele waardeketen, inclusief de noodzakelijke installatie van nieuwe infrastructuur. “Op basis van de beschikbare wetenschappelijke studies komen wij eerder tot de conclusie dat elektromobiliteit in de periode tot 2030 (…) niet zal leiden tot een significante broeikasgasreductie over de hele waardeketen, en daarom uitgesloten is als klimaatbeschermingsmaatregel op middellange termijn.”

Willner en Günther wijzen op de sterk verhoogde CO2-uitstoot bij de bouw van batterij-elektrische voertuigen, het grote aandeel van fossiele brandstoffen in de elektriciteitsproductie dat nog lange tijd zal blijven bestaan en de enorme kosten van de bouw van nieuwe infrastructuur voor oplaadpunten. Ook speelt mee dat elektromobiliteit geen nieuwe hernieuwbare energie in het systeem brengt; de vervoerssector zou zelfs zo’n groot beslag leggen op de beschikbare capaciteit aan hernieuwbare elektriciteit, dat deze concurreert met bijvoorbeeld de behoefte van de industrie om te verduurzamen door middel van elektrificatie.

Andere oplossingen effectiever

De ondertekenaars van de open brief denken dat andere oplossingen doeltreffender zullen zijn voor de emissiereductie, zoals duurzame alternatieve brandstoffen (waaronder groene waterstof en biomethaan) die de uitstoot van broeikasgassen onmiddellijk kunnen verminderen in het enorme bestaande wagenpark, zonder dat hiervoor een geheel nieuwe infrastructuur moet worden aangelegd.

Dergelijke alternatieve brandstoffen omvatten niet alleen de biobrandstoffen die momenteel op de markt zijn, maar ook geavanceerde biobrandstoffen die worden geproduceerd uit afval en residuen van de landbouw, de bosbouw, de houtindustrie, de levensmiddelenindustrie, alternatieve brandstoffen op basis van niet-biogene afvalstoffen, zoals plastic afval, alsmede brandstoffen op basis van elektriciteit, de zogenaamde PtX-brandstoffen (Power-to-X) of e-fuels en zeer efficiënte hybriden, dat wil zeggen brandstoffen op basis van zowel residuen/afval als elektrische energie.

De briefschijvers eisen dan ook dat de Europese Commissie in nieuwe wettelijke regelingen niet het elektrisch vervoer bevoordeelt, maar gelijke concurrentievoorwaarden voor alle opties creëert.

De open brief aan de Europese Commissie is te vinden in de bijlage (pdf).

Beeld: buffaloboy/Shutterstock