Lees verder
Een grote diversiteit aan plantensoorten, zoals op bloemrijk grasland, legt meer zonne-energie vast, niet alleen in de planten zelf, maar ook in het overige boven- en ondergrondse leven. Ook de CO2-uitstoot is minder.
Redactie / Wageningen

Dat stelt een internationaal team van onderzoekers uit Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Nederland in het kader van het Jena Biodiversiteitsexperiment, dat reeds sinds 2002 loopt. Zij publiceerden hun bevindingen in het tijdschrift Nature Ecology and Evolution.

Minder verliezen

Planten maken biomassa uit zonlicht, CO2, water en voedingsstoffen uit de bodem. De efficiency van dat proces is mede afhankelijk te zijn van de soortenrijkdom. Uit de studie blijkt dat in vergelijking met monoculturen (éen plantensoort), een gemeenschap van 60 soorten dubbel zoveel biomassa vastlegt. Bovendien wordt energie sneller en met een grotere efficiëntie, dus zonder grote CO2-verliezen, van het ene organisme naar het andere doorgegeven.

Nederlandse partijen die bij het onderzoek betrokken waren, zijn Wageningen University & Research, NIOO-KNAW en de Radboud Universiteit.