De kern van de nieuwe optische vezel bestaat uit cellulose die is aangepast door middel van ionische oplosmiddelen die zijn ontwikkeld door VTT. Rond de kern is een bekleding gemaakt van celluloseacetaat. Die zorgt ervoor dat het licht wordt gereflecteerd en dus door de vezel heen ‘reist’.
Cellulose heeft eigenschappen waardoor het geschikt is voor gebruik in optische vezelsensoren: het materiaal kan reageren met de stoffen die worden gemeten en deze absorberen, wat moeilijk is voor glas- of plasticvezels. Ook is de brekinsindex van cellulose eenvoudig aan te passen.
Cellulose absorbeert bovendien effectief water en geeft dit vrij, wat kan worden gemeten door de verandering in de verzwakking van het licht dat in de vezel wordt doorgelaten. Ook is cellulose biologisch afbreekbaar. Dit alles biedt vooral nieuwe mogelijkheden voor sensortoepassingen. De cellulosevezel is niet geschikt voor de vervanging van op glas gebaseerde optische vezels in telecommunicatietoepassingen.
Het onderzoek naar biobased optische vezels wordt voortgezet in het FinnCERES flagship-programma voor de ontwikkeling van nieuwe biobased materialen. Daarin werkt VTT samen met o.a. de Aalto Universiteit en diverse partners uit het bedrijfsleven.
