Lees verder
Europa negeert wetenschappelijke ontwikkelingen in de landbouw en zal daarvoor de prijs betalen. Dat zei de Amerikaanse landbouwminister Sonny Perdue recent, volgens een bericht op de website Euractiv.
Redactie / Brussel

Perdue had het dit keer niet over het toelatingsbeleid voor genetisch gemodificeerde gewassen (GGO’s) of de actuele discussie over CRISR-CAS. Hij bekritiseerde het op handen zijnde verbod van Roundup: een controversieel bestrijdingsmiddel gebaseerd op glyfosaat. Het middel is in de EU nog toegelaten tot 2022, maar wordt geleidelijk afgebouwd. ‘Dat zal letterlijk een verwoestend effect hebben op de productiviteit’, waarschuwde Perdue.

Het IARC (International Agency for Research on Cancer) meldde in 2015 dat de herbicide ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’ is. Dat vormde de basis van diverse rechtszaken tegen producent Bayer Cropscience. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) als het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) achten het carcinogeen risico van glyfosaat voor de mens echter gering.

Een veilig biobased alternatief voor glyfosaat is er al wel. Zo werkt houtazijn, dat door pyrolyse van houtige biomassa kan worden verkregen, prima als pesticide. Het is echter nog niet als bestrijdingsmiddel geregistreerd.

Plantveredeling

Perdue bekritiseerde eerder Europa’s houding tegenover nieuwe technologieën in de land- en tuinbouw, zoals het classificeren van de plantveredelingstechniek CRISPR-Cas als een genmodificatie-techniek die onder de GMO-richtlijn valt. Daarop kwam ook vanuit Europese wetenschappers veel kritiek.

EU-gezondheidscommissaris Vytenis Andriukaitis gaf eerder aan dat er wat hem betreft een ​​nieuw regelgevingskader moet komen voor deze technieken, die geen verband houden met GGO’s. De ‘nieuwe veredelingstechnieken voor planten’ hebben nieuwe EU-wetgeving nodig, die rekening houdt met de geavanceerde technologie, stelde Andriukaitis.