Lees verder
In 2017 is er in de EU voor het eerst meer elektriciteit opgewekt met wind, zon en biomassa dan steenkool en bruinkool. De grootste toename is te vinden in de wind- en zonne-energie. Het gebruik van biomassa voor energie steeg vorig jaar slechts 3%.
Redactie / Brussel

Dat blijkt uit een analyse van twee duurzaamheidsdenktanks: Sandbag uit Groot-Brittanniƫ en Agora Energiewende uit Duitsland. De onderzoekers verzamelden en analyseerden data uit meerdere openbare bronnen.

Hun rapport toont dat het aandeel van duurzame energie in de verschillende EU-landen zeer ongelijk groeit. In de afgelopen drie jaar kwam meer dan de helft van de toename van hernieuwbare energiebronnen voor rekening van het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Met name windenergie speelt hierin een grote rol. In Duitsland werd in 2017 30 procent van de elektriciteit opgewekt uit wind, zon en biomassa. In het Verenigd Koninkrijk was dit 28 procent. De sterkste procentuele groei werd genoteerd in Denemarken: in 2017 kwam 74 procent van de elektriciteitsproductie daar uit wind, zon en biomassa (+7%).

Lage groei

De sterke groei in enkele landen staat in contrast met de zeer lage groei in veel andere EU-landen. Zes landen produceerden nog steeds minder dan 10 procent van hun elektriciteit met wind, zon en biomassa. Het gaat om Sloveniƫ (4%), Bulgarije (7%), Frankrijk (8%), Slowakije (8%), Tsjechiƫ ( 8%) en Hongarije (10%). Andere landen groeiden de afgelopen nauwelijks meer, na een start aan het begin van het decennium. Daaronder Spanje, Italiƫ, Portugal, Belgiƫ en Griekenland.

Op het gebied van fossiele energie is de ontwikkeling gemengd. De productie van steenkool is met 7 procent gedaald vanwege toenemende windopwekking. Dankzij de aangekondigde uitfasering van steenkool in Nederland, Italiƫ en Portugal zal de steenkoolproductie naar verwachting blijven dalen. Het gebruik van bruinkool is Europawijd zelfs licht gestegen. Bruinkool wordt vooral gestookt in Duitsland, Polen, Griekenland en Roemeniƫ. Nederlandse en Belgische elekticiteitscentrales gebruiken het helemaal niet.

CO2-uitstoot stabiel

Ondanks de toename van hernieuwbare energie daalde de CO2-uitstoot van de Europese elektriciteitssector in 2017 niet en bleef stabiel op 1.019 miljoen ton. Drie factoren leidden hiertoe. Ten eerste is de productie van elektriciteit uit waterkracht gedaald door weinig neerslag en sneeuwval. Ten tweede leverden kerncentrales in Frankrijk en Duitsland minder elektriciteit dan in voorgaande jaren. En ten derde is het elektriciteitsverbruik in de Europese Unie voor het derde opeenvolgende jaar gegroeid, met 0,7 procent in 2017.

Volgens Matthias Buck, directeur Europees energiebeleid bij Agora Energiewende, is 35 procent hernieuwbare energie in 2030 beslist haalbaar. De EU zal zich de komende jaren wel moeten inspanningen om die ambitie te halen. Sandbag-analist Dave Jones voegt hieraan toe dat afscheid nemen van kolencentrales de grootste impact zal hebben op de emissies. In 2017 waren er 258 kolencentrales in bedrijf in Europa. Zij waren verantwoordelijk voor 38 procent van alle emissies vallend onder het Emissions Trading System, dat is 15 procent van alle broeikasgassen in de EU.

De analyse van het rapport De Europese energiesector in 2017 werd deze week gepresenteerd in Brussel. Zowel het rapport als een Excel-sheet met data die in de publicatie zijn gebruikt, zijn kosteloos te downloaden op de website van Agora Energiewende.