Lees verder
Vertegenwoordigers uit de wetenschap, investeerders en industrie, waaronder The Club of Rome, presenteerden vorige week een nieuw 10-puntenactieplan aan ZKH De Prins van Wales. Het doel is om de transitie naar een circulaire bio-economie te versnellen om een koolstofneutrale, hernieuwbare en inclusieve economie mogelijk te maken die bloeit in harmonie met de natuur.
Redactie / Londen

“Het actieplan is ons antwoord op de oproep van ZKH de Prins van Wales om te investeren in de natuur als de echte motor voor onze economie”, zegt Marc Palahí, directeur van het European Forest Institute (EFI). “We hebben meer dan 25 auteurs uit verschillende wetenschappelijke disciplines samengebracht om te onderzoeken welke globale, holistische en transformatieve acties we kunnen ondernemen om de wereld op een duurzaam pad te brengen.”

De 10 punten zijn verdeeld in 6 transformatieve en 4 voorwaardescheppende actiepunten.

Transformatieve actiepunten

1. Streef naar duurzaam welzijn
De huidige op fossielen gebaseerde economie, gemeten aan het bruto binnenlands product (BBP), moet worden vervangen door een economie die gericht is op duurzaam welzijn, gericht op mensen en onze natuurlijke omgeving. De VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s) bieden een internationaal kader om hiervoor nieuwe indicatoren te ontwikkelen die zijn toe te passen in de nationale boekhoudingen.

2. Investeer in natuur en biodiversiteit
Maatregelen ter bescherming en verbetering van de biodiversiteit en ons natuurlijk kapitaal zijn essentieel voor duurzaam welzijn, de menselijke gezondheid en een veerkrachtige circulaire bio-economie. Het stimuleren van meer soortenrijke systemen kan productieve en veerkrachtige landbouw, bosbouw en aquacultuur ondersteunen, terwijl de valkuilen van klimaatverandering, bodemaantasting, uitputting van hulpbronnen, vervuiling en achteruitgang van insecten worden vermeden. Bovendien is het beschermen van grote, aangrenzende biodiverse systemen in verschillende ecoregio’s noodzakelijk om de achteruitgang van wereldwijde ecosystemen, het uitsterven van soorten en de snelle teruggang van de biodiversiteit te voorkomen.

3. Zorg voor een rechtvaardige welvaartsverdeling
Biologische hulpbronnen, zoals landbouw- of bossen, zijn gewoonlijk eigendom van en worden beheerd door veel meer mensen, gemeenschappen en entiteiten dan fossiele hulpbronnen, zoals gas en olie. Dit biedt de circulaire bio-economie de mogelijkheid voor een ​​meer rechtvaardige verdeling van inkomen, banen, infrastructuur en welvaart over een breder geografisch gebied. Om dat te bereiken, moeten circulaire bio-economische waardeketens worden gecreëerd in samenwerking met lokale gemeenschappen.

4. Heroverweeg holistische land-, voedsel- en gezondheidssystemen
De transformatie van de landsector (landbouw, bosbouw, wetlands, bio-energie) naar duurzamere praktijken kan naar schatting 30% bijdragen aan de wereldwijde CO2-beperking die nodig is om in 2050 de doelstelling van 1,5°C van de Overeenkomst van Parijs te halen. Opschaling van duurzame landbouwpraktijken en klimaatslimme bosbouwmaatregelen is nodig om aan de vraag naar voedsel te voldoen en tegelijkertijd essentiële regulerende ecosysteemdiensten en duurzame grondstoffen te bieden voor de productie van biobased producten en bio-energie. Een één-gezondheidsaanpak (One Health Approach) is ook nodig om de gezondheid van mens en dier holistisch aan te pakken, in verband met landgebruik en klimaatverandering.

5. Transformeer de industriële sector
Het is dringend nodig om schaalbare innovaties en levensvatbare technologieën in te zetten om hulpbronnenefficiënte, circulaire en koolstofarme oplossingen te produceren op basis van zowel hernieuwbare energie als duurzame biobased materialen. Een goed voorbeeld is de allereerste auto gemaakt van nanocellulose, een biomateriaal dat vijf keer lichter en sterker is dan staal, geproduceerd in Japan in 2019. Nieuwe biomaterialen, waaronder bioplastics, bieden een enorme belofte vanwege de lagere ecologische voetafdruk en biologische afbreekbaarheid in vergelijking met petrochemische producten. Zo heeft nieuw textiel op houtbasis ten opzichte van polyester een klimaatbeperkend effect van 5 kg CO2 per kg gebruikt product. Ten slotte kunnen duurzame brandstoffen die zijn gemaakt uit bioafval of zelfs uit CO2-emissies, nu al worden toegepast in de luchtvaart.

6. Bekijk steden opnieuw door een ecologische bril
VN-prognoses voorzien tegen 2050 2,3 miljard nieuwe stadsbewoners. Alleen al de benodigde woningen hiervoor bouwen, zou tot 20% van het resterende koolstofbudget voor 2020-2050 opeisen, als bouwmaterialen worden gebruikt op basis van minerale grondstoffen, zoals staal en cement.

Een verschuiving naar biomaterialen (op basis van hout of bamboe) zou zowel de hoeveelheid gebruikte materialen als de CO2-voetafdruk van steden aanzienlijk kunnen verminderen en tegelijkertijd koolstof opslaan op duurzame wijze. Het gebruik van hout in de bouw heeft een klimaatbeperkend effect van 2,4-2,9 kg CO2 per kg gebruikt product in vergelijking met beton, terwijl het ook in elke kubieke meter product 1 ton CO2 opslaat. Bouwen met hout is ook efficiënter met hulpbronnen, omdat het de totale hoeveelheid gebruikte materialen in de bouw met 50% kan verminderen. Tot slot heeft het gebruik van natuurlijke oplossingen zoals stadsbossen, bomen en vegetatie positieve effecten op de gezondheid van stedelijke populaties, terwijl de effecten van stedelijke hitte-eilanden worden verminderd.

Voorwaardescheppende actiepunten

7. Creëer een stimulerend regelgevend kader
De auteurs van het actieplan bevelen aan om subsidies af te schaffen die het gebruik van fossiele brandstoffen ondersteunen en in plaats van arbeid, het gebruik van hulpbronnen en energieverbruik te belasten. Er moet een nieuwe markt voor circulaire bioproducten worden gecreëerd, door openbare aanbestedingen en door gemeenschappelijke normen te ontwikkelen. Koolstofbeprijzing is noodzakelijk om een ​​gelijk speelveld te creëren voor biobased materialen. Ook moet er in de wet- en regelgeving worden erkend dat afval een waardevolle hulpbron kan zijn.

8. Zet doelgerichte innovatie op de investerings- en politieke agenda
Creëer innovatie-niches en stimuleer samenwerking tussen publieke en private actoren uit verschillende sectoren en disciplines: bio, nano, digitaal, robotica, business etc. Op die manier zijn businessmodellen, producten en waardeketens opnieuw uit te vinden. Octrooien en auteursrechten moeten innovatie en vooruitgang bevorderen, in plaats van belemmeren. Ethische en mensenrechtenkwesties moeten worden aangepakt en gereguleerd.

9. Zorg voor toegang tot financiering en risicokapitaal
Zet risicokapitaalfinanciering, groene obligaties en toegewijde nationale en internationale circulaire bio-economische fondsen op, zoals het European Circular Bioeconomy Fund. Creëer een specifiek circulair bio-economisch investeringsplatform. Publiek-private partnerschappen, zoals de Bio-based Industries Joint Undertaking (BBI JU) moeten worden ondersteund, om ecosystemen te herstellen en te beheren, nieuwe technologieën te demonstreren, nieuwe sectoroverschrijdende clusters te creëren en flagship-fabrieken op te zetten die nieuwe technologieën inzetten en de kosten, prestaties en verbeteringen zichtbaar maken.

10. Intensiveer en verbreed onderzoek en onderwijs
Ondersteun missiegericht onderzoek en ontwikkeling in geselecteerde baanbrekende projecten, die profiteren van een internationale schaal, met betrekking tot voedselsystemen, landgebruik, biocities, afvalstoffenmanagement, bioraffinaderijen, biodiversiteit, gezondheid, sociale rechtvaardigheid en de empowerment van vrouwen.

Creëer transdisciplinaire onderzoeksprogramma’s en -faciliteiten waarbij lokale gemeenschappen zijn betrokken, voor een beter begrip van lokale compromissen en synergieën tussen klimaatverandering, landgebruik en de levering van ecosysteemdiensten zoals biodiversiteit.

Anticipeer op de nieuwe kennis en vaardigheden op het gebied van complexe systemen die in de toekomst nodig zullen zijn binnen de circulaire bio-economie van welzijn; ontwerp hiervoor nieuwe curricula en integreer ze in het basisonderwijs, beroepsopleidingen, academische studies en business schools.

Circular Bioeconomy Alliance

Het actieplan zal de leidraad vormen voor de Circular Bioeconomy Alliance die Prins Charles en het World Economic Forum gaan oprichten in het kader van het Sustainable Markets Initiative. Het European Forest Institute (EFI) zal een sleutelrol spelen in deze nieuwe alliantie. Zo gaat EFI op kennis gebaseerde ondersteuning faciliteren en een netwerkplatform ontwikkelen, dat investeerders, bedrijven, gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties verbindt met als doe de circulaire bio-economie wereldwijd vorm te geven.

Beeld: adike/Shutterstock