Methaan-eters zijn in 2007 door Radboud-microbiologen ontdekt in een modderpoel van de Solfatara-vulkaan bij Napels. De bacterie kan overleven onder extreme omstandigheden, zoals temperaturen van 55 graden en een zuurgraad tussen de 1 en 3. Deze organismen worden ook vaak geconfronteerd met giftige hoge concentraties van de stikstofverbinding ammonium in hun leefomgeving, waaronder vulkanen, stortplaatsen en rijstvelden. Ze zijn in staat om dit ammonium af te breken, waarbij het giftige hydroxylamine wordt gevormd. Dit wordt vervolgens weer afgebroken tot stikstofmonoxide (NO), wat verder omgezet kan worden tot het voor de bacterie onschadelijke nitriet (NO2) of lachgas (N2O).
Of de bacterie kan bijdragen aan een oplossing voor het Nederlandse stikstofprobleem is nog niet bekend.
Beeld: Roberto Destarac Photo/Shutterstock