Lees verder
Mest als akoestisch isolatiemateriaal voor spouwmuren. Daar lijkt een luchtje aan te zitten. Toch won het Wageningse team Biosilence vrijdag (21 juni) met deze vinding de Nederlandse finale van de Europese studentencompetitie BISC-E.
Pierre Gielen

BISC-E, voluit Biobased Innovation Student Challenge Europe, daagt HBO- en WO-studenten uit om aan de slag te gaan met biobased producten en processen. Het is een initiatief van TKI-BBE, waarin de topsectoren Agri&Food, Chemie en Energie samenwerken. Doel van de competitie: studenten rechtstreeks in contact brengen met de biobased sector.

De winnende inzending, Bio-X genoemd, bestaat uit bouwstenen waarin een sandwich zit van steenwol, kunststoffolie en mest. Dankzij een laag vochtgehalte (minder dan 10%) en de verpakking in PET-folie stinken ze niet. De warmte-isolerende eigenschappen van Bio-X komen volgens de studenten vrijwel overeen met een traditioneel isolatiepakket van steenwol. De akoestische eigenschappen zijn echter vele malen beter.

Ook zijn de kosten ongeveer eenderde lager en valt de CO2-emissie een kwart lager uit. Bovendien helpen deze biobased bouwstenen bij het verwaarden van mestoverschotten en het oplossen van een onderschat maatschappelijk probleem: geluidsoverlast. Hoewel de technologie verder zal moeten worden ontwikkeld, prees de jury de ‘excellente positionering’ van het product, waardoor team Biosilence met de eerste prijs aan de haal ging.

Eetbare folie

De tweede plaats ging naar een ander team van Wageningen Universiteit & Research: Wrap Up. Het team ontwikkelde een transparante, vetafstotende folie om etenswaren in te verpakken, die duurzamer is dan papier, aluminiumfolie of gewone vershoudfolie; een ‘goed doordacht end-user concept’, volgens de jury. De folie is opgebouwd uit natuurlijke, niet-toxische materialen, zoals maïs-, tapioca- en aardappelzetmeel, glycerol en azijn. Na contact met water breekt hij binnen 2 tot 15 dagen 100% af. Maar hij kan ook worden opgegeten en dat is uniek. Als bonus kan de folie zelfs worden gearomatiseerd, bijvoorbeeld met munt-olie, zodat milieubewust eten gepaard gaat met een frisse adem.

Harsen uit frituurolie

Het team Carbon Crew van Universiteit Maastricht won de derde prijs met een duurzaam bioraffinageproces: de productie van biobased vinyl ester harsen uit afgewerkte frituurolie. Volgens de jury gaat het om een veelbelovende ontwikkeling. De harsen uit het proces hebben een breed applicatiegebied, bijvoorbeeld als bindmiddelen in coatings voor de scheepvaart. Afgewerkte frituurolie is een breed beschikbare, seizoensonafhankelijke grondstof die niet concurreert met de voedselproductie, maar wel met de productie van biobrandstoffen; een actueel onderwerp gezien de plannen van SkyNRG om een grote biokerosine-fabriek in Delfzijl te bouwen. Het proces van Carbon Crew levert in vergelijking met biokerosine echter een veelvoud aan toegevoegde waarde en zou ook kunnen werken met dierlijke vetten uit slachtafval. Volgens de jury is deze ontwikkeling veelbelovend.

De overige finalisten waren:

  • Het team van het Biopolymeer Applicatie Centrum (BAC) van Avans Hogeschool uit Breda, met kerstballen van vezelversterkt PLA. De vezels in het composiet bestaan uit de naalden van afgedankte kerstbomen. In een later stadium kan eventueel ook het PLA worden geproduceerd uit de harsen in het hout van de kerstbomen;
  • Team Profun van Wageningen University & Research, met een nieuwe invulling van de broccoli-keten. Van de broccoliplant belanden tegenwoordig alleen de roosjes op het bord van de consument; 81% van de plant wordt als afval weggegooid. Profun wil deze verwaarden in bioactieve stoffen en puree voor verdere verwerking in de voedselindustrie.
  • Team Circular Stacks van de TU Delft, met een proces om biokerosine te produceren uit organische reststromen, zoals sinaasappel- en appelschillen of tomatenpulp. Via torrefactie worden deze omgezet in vluchtige stoffen en feedstockpellets, die vervolgens worden gefermenteerd naar gas, char en teer. Het gaat hierbij niet om volledig nieuwe processen, maar vooral om een nieuwe combinatie van bewezen technologie die op korte termijn een bijdrage kan leveren aan het behalen van de klimaatdoelstellingen.

Europese finale

De winnaars van de hoofdprijs van BISC-E gingen naar huis met een cheque van € 1000 om hun idee verder uit te werken. Ze gaan Nederland vertegenwoordigen tijdens de Europese finale van BISC-E in Berlijn, dit najaar. Daar nemen ze het op tegen de winnaars uit andere landen. Tot nu toe hebben alleen Nederland, Portugal en Denemarken nationale voorrondes gehouden. Twee andere landen, waaronder Ierland, gaan naar verwachting een inzending rechtstreeks naar Berlijn sturen.

Meer informatie over de wedstrijd en de finale is te vinden op de website van BISC-E.

Foto’s: Guy Ackermans

De jury van BISC-E betond uit Kees de Gooijer (Chief Inspiration Officer TKI BBE), Luuk van der Wielen (bijzonder hoogleraar Biobased Economy TU Delft), Freek Smedema (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland RVO) en Ed de Jong (Vice President Development, Avantium).

BISC-E, voluit Biobased Innovation Student Challenge Europe, daagt HBO- en WO-studenten van binnen Europa uit om aan de slag te gaan met biobased producten en processen. TKI-BBE, waarin de topsectoren Agri&Food, Chemie en Energie samenwerken, bedacht de competitie om studenten rechtstreeks in contact te brengen met de biobased sector. Zie voor meer informatie de website van BISC-E.