Lees verder
Gaasjes op basis van gewoven vlas in plaats van propyleen om incisies na een chirurgische ingreep beter te laten helen. Met minder bijwerkingen voor de patiënt tot gevolg. Veredeld vlas is een van de concrete toepassingen van het project BioMiMedics.

Het is nog niet zo ver, maar in het lab van het Academisch Ziekenhuis in Maastricht worden de eerste proeven op dit moment al gedaan. En als alles goed gaat, zullen de gaasjes van vlas over enkele jaren ook daadwerkelijk in het gebied rond Maastricht-Aken geproduceerd gaan worden.  Met dank aan de opkomst van de ‘biobased economy’, de specialistische kennis in de Euregio en vooral aan BioMiMedics. In dit life sciencesproject komen vakkennis over biomaterialen, biomedische technologie en klinisch onderzoek goed samen. De universiteiten van Luik, Aken en Maastricht staan wereldwijd hoog aangeschreven wat betreft onderzoek naar biodegraderende kunststoffen voor klinisch gebruik. En in de regio Aken – Luik is weer veel kennis van textieltechnologie.

LIOF zorgde ervoor dat de kennis en expertise op het gebied van nieuwe materialen die niet stabiel zijn maar degraderen volgens biologische mechanismen, ook werden gebundeld. Als aanjager van het project koppelde LIOF bedrijven aan de wetenschappelijke instituten in Nederland en België, zorgde dat de subsidie (6,9 miljoen euro is voor een eerste periode van vier jaar) rond kwam en droeg ook zelf financieel bij. En zo ontstond BioMiMedics, een samenwerkingsverband tussen universiteiten uit Maastricht, Aken, Luik, Hasselt en de Fachhochschule Jülich.

Voortvarende start

In 2011 zijn al deze krachten gebundeld en is het project gestart. Op termijn moeten nieuwe biomaterialen en apparaten op de markt komen voor de behandeling van patiënten. Stuwende, wetenschappelijke krachten en projectleiders van het project zijn dr. Daniel Molin, fysioloog, en Prof. Leo Koole, hoogleraar Biomaterialen aan de Universiteit Maastricht. De laatstgenoemde stelt tevreden: ‘De start van het project was voortvarend. De deelnemende partijen kenden elkaar al langer en dan kun je snel aan de slag. In dit project komen dan ook alle expertises perfect samen.’

BioMiMedics richt zich op drie deelgebieden: ontwikkelen van biosensoren, onderzoek naar afbreekbare materialen voor behandeling van vleesbomen in het lichaam en het ontwikkelen van natuurlijke vezels als alternatief voor polymeren. 

Luik en Hasselt zijn vooral betrokken bij het biosensorenonderzoek. Doel is onder meer het ontwikkelen van minuscule meetsystemen en van kunststoffen zonder toxische eigenschappen. Zo is de Universiteit van Hasselt bezig met een piepkleine chip die borstkanker kan opsporen. Bij het onderzoek naar een alternatieve methode voor behandeling van vleesbomen worden kleine afbreekbare deeltjes die zweven in een oplossing in het lichaam ‘geschoten waardoor de vleesboom uiteindelijk verschrompelt.

Alternatief voor polymeren

De derde poot, onderzoek naar een alternatief voor polymeren, is hard nodig. De gebruikte klassieke materialen als polymeren gaan immers al zo’n 50 jaar mee en hebben bij medisch gebruik als nadeel dat ze nogal eens infecteren, stollingen en irritaties veroorzaken, en soms moeilijk te verwijderen zijn zonder de wond te beschadigen. Het oog van de wetenschappers viel op vlas als geschikt materiaal. Vlas bestaat als natuurlijke vezel vrijwel uitsluitend uit polysacchariden, bevat geen eiwit en geeft geen afweerreacties in het lichaam zoals wel het geval kan zijn bij synthetische materialen.

Vlasvezels worden al langer toegepast in automobielonderdelen, bouwmaterialen of hightech composietmaterialen, maar vlas voor medische toepassingen, dat is nieuw. Bij het onderzoek in Maastricht wordt vlas tot gaasjes gewoven. Met dank aan de specialistische kennis uit Aken. Koole: ‘Er ligt er een grote uitdaging op het gebied van het weven of breien van driedimensionale structuren met behulp van vlas. Doel is om deze structuren te gebruiken als bloedvatprothese of bij operaties. We willen alle kennis die er in de regio is op het gebied van wondgenezing en vaatgroei, bundelen. Alleen dan bereiken we dat onze materialen gaan bijdragen aan de vorming van nieuwe weefsels als alternatief voor polymeren.’

Uitstapje naar Zeeland

Maar wie kan dat vlas leveren? In de Euregio wordt immers geen vlas verbouwd. Koole kwam uiteindelijk terecht in Zeeland. Vlasverbouwer Van de Bilt verbouwt in Sluiskil al meer dan 100 jaar en vier generaties vlas op de vruchtbare grond van Zeeuws-Vlaanderen.

Volgens de Van de Bilt kunnen natuurvezels prima synthetische vezels vervangen. Maar eenvoudig is dat niet: olie is altijd stabiel en een natuurproduct heeft meer last van fluctuaties van moeder natuur. Toch ging Van de Bilt de uitdaging aan, zo vertelt Jan Vermeersch, verantwoordelijk voor productie en verkoop. ‘We geloven in vlas voor gebruik bij medische toepassingen. Als onze mensen in de productie bezig zijn met vlas, dan zijn wondjes ook zo weer dicht. Vlasvezel is sterk en verstevigt zo de buikwand na een operatie. Wellicht heeft katoen dezelfde eigenschappen, maar dat moeten we van ver importeren. Vlas groeit gewoon in Zeeland.’  Van de Bilt heeft op het oog een geschikt perceel geselecteerd dat het vlas zou leveren. Bij de veredeling werd goed gekeken naar het te vervangen synthetische materiaal. De vezels moesten niet te dicht op elkaar zitten want dat is bij het originele weefsel ook niet het geval. Een flink aantal proeven later en het gewenste resultaat was bereikt. Van de Bilt verwacht dat vlas vaker wordt ingezet voor medische toepassingen. ‘We stappen nu een nieuwe wereld in. Voorzichtig kijken we ook naar gebruik van vlas in de bloedvaten om zo de afgifte van geneesmiddelen beter te reguleren. Al met al zal het niet gaan om grote hoeveelheden vlas, maar wel vlas met een hoge toegevoegde waarde.’

Productie in regio

Terug naar Maastricht. Het project BioMiMedics is nu halverwege en loopt door tot eind 2014. In het laboratorium in Maastricht gaan de eerste dierproeven van start. De eerste resultaten worden binnenkort verwacht. Het zal echter nog even duren voor de patiënt vlas uit Zeeland krijgt. De productie van de toepassingen zal in de Euregio plaatsvinden, zo stelt Koole. ‘BioMiMedics is een regionaal project en we willen dat de economie hier een impuls krijgt. Dus dan zullen ook in de buurt bedrijven ontstaan die de afgeleide producten uit het onderzoek gaan maken.’