Lees verder
Chemelot InSciTe staat voor het Chemelot Instituut for Science & Technology, een nieuw publiek-privaat samenwerkingsverband dat zich richt op de ontwikkeling en marktklaar maken van biomedische en biobased materialen. Het is gevestigd op de Chemelot Campus in Geleen en een groot deel van de activiteiten zal zich ook op de Campus afspelen.
Lucien Joppen

Emiel Staring, directeur van Chemelot InSciTe, is opgeleid als chemicus en al vele jaren werkzaam in het veld van technologiemanagement, onder meer bij DSM en bij het BioMedical Materials-programma. Hij kent het klappen van de zweep. ‘De ontwikkeling van nieuwe producten is zeer complex en gebaseerd op nieuwe technologieën die de individuele deelnemers niet allemaal zelf in huis hebben. Dat vraagt om competenties en expertise van verschillende partijen die via samenwerking sneller het resultaat bereiken. Ook grote bedrijven zoals DSM, kunnen dat niet langer alleen. Ze zoeken samenwerking met andere partijen die aanvullende kennis hebben. Waar universiteiten dikwijls veel fundamentele kennis hebben en ontwikkelen, kunnen bedrijven dat vertalen naar producten die hun weg naar de markt weten te vinden. We noemen dat open innovatie, een werkwijze die ook opgaat voor Chemelot InSciTe.’

Veelbelovende technologieën

Welnu, binnen InSciTe hebben de TU Eindhoven, Universiteit Maastricht, het Academisch Ziekenhuis Maastricht, DSM en Chemelot Campus zich verenigd op twee gebieden: biomedische materialen en biobased building blocks. ‘Het zijn veelbelovende technologieën met een groot excelmarktpotentieel. Beide sluiten aan bij belangrijke maatschappelijke vraagstukken op het gebied van de gezondheidszorg en duurzame samenleving. Ook belangrijk, zowel de benodigde kennis en kunde, alsook de bedrijvigheid zijn in deze regio sterk vertegenwoordigd. De ambities van InSciTe sluiten bovendien naadloos aan bij de strategie en toekomstvisie van de Provincie Limburg. Vanzelfsprekend is de chemie goed vertegenwoordigd op Chemelot Campus. Op de Universiteit Maastricht is een expertisecentrum op gebied van biobased materialen, het Academisch Ziekenhuis heeft veel ervaring met klinisch onderzoek op gebied van biomedische materialen en zicht op/toegang tot patiëntenpopulaties, en de TU Eindhoven kan op gebied van vanuit engineering/ procestechnologie op beide gebieden haar steentje bijdragen.’

Andere partijen welkom

Staring benadrukt dat bovenstaande organisaties de founding fathers zijn, dat wil niet zeggen dat InSciTe niet open staat voor andere bedrijven en/of kennisinstellingen. Sterker, InSciTe heeft een actief beleid om andere partners aan te trekken.

‘Het doel van InSciTe is het valoriseren van R&D door het ontwikkelen van concrete producten en diensten. Die resultaten kunnen dan vervolgens opgepakt worden door bijvoorbeeld start-ups, nieuwe bedrijven dus, maar ook bestaande ondernemingen, zoals DSM. Momenteel lopen al verschillende gesprekken met geïnteresseerde organisaties, zowel publiek als privaat, die willen participeren. Graag willen we partners die voor een (middel) lange termijn met ons in zee willen gaan, om zo InSciTe tot een (inter)nationaal gevestigd instituut te laten uitgroeien.

Concreet

Veel van de bestaande huidige vormen van publiek-private samenwerking zijn virtueel van karakter, dat wil zeggen, vaak samenwerkingsverbanden op afstand. InSciTe is opgezet rondom de infrastructuur van de founding fathers en aangevuld met eigen onderzoeksfaciliteiten. ‘Om onze ambities, het neerzetten van een internationaal vermaard onderzoeks- en valorisatie-instituut, te realiseren, heb je die fysieke infrastructuur nodig. Vandaar dat InSciTe een eigen GMP-lab bouwt voor biomedische materialen, zodat deze in de kliniek toegepast kunnen worden, en een pilot plant voor het biobased programma, waar we de stap kunnen maken van lab- naar demoschaal voor building blocks (100 tot 500 kilo, red.). De laatste wordt zodanig ingericht dat we generieke processtappen, onder andere destillatie, of juist heel specifieke processtappen kunnen uitvoeren.’ Staring stelt dat de InSciTe-infrastructuur er ook op is gericht om de onderzoekers van de verschillende partners nauwer samen te laten werken. ‘In de praktijk zullen projecten uitgevoerd worden, gedeeltelijk bij de partners en gedeeltelijk binnen de InSciTe faciliteiten.’

Ziektebeelden

De twee domeinen, waar InSciTe in wil excelmarktpotentieel. Beide sluiten aan bij belangrijke maatschappelijke vraagstukken op het gebied van de gezondheidszorg en duurzame samenleving. Ook belangrijk, zowel de benodigde kennis en kunde, alsook de bedrijvigheid zijn in deze regio sterk vertegenwoordigd. De ambities van InSciTe sluiten bovendien naadloos aan bij de strategie en toekomstvisie van de Provincie Limburg. Vanzelfsprekend is de chemie goed vertegenwoordigd op Chemelot Campus. Op de Universiteit Maastricht is een expertisecentrum op gebied van biobased leren, zijn zoals vermeld biomedische materialen en biobased building blocks. Nu zijn het brede onderwerpen. Hebben de founding fathers deze al beperkt zodat de broodnodige focus is gewaarborgd? Danielle Curfs, verantwoordelijk voor het biomedische programma: ‘We hebben eerst naar de behoefte in de kliniek gekeken. Waarmee zijn patiënten het best gediend en wat zijn de meest voorkomende ziektebeelden waar wij met onze expertise aan kunnen bijdragen? Uit die discussie zijn drie aandachtspunten voortgekomen: hart- en vaatziektes met de nadruk op bloedvaten, bot- en kraakbeen met de nadruk op kraakbeen en oogheelkunde, zoals het vervangen van een lens of slimme drug delivery systems.’

In het biobased programma richt InSciTe zich puur op het omzetten van de groene grondstoffen via verschillende methoden – chemische katalyse, biokatalyse, thermisch – naar building blocks. Staring: ‘Vanuit bijvoorbeeld cellulose of lignine maken we monomeren die kunnen worden verwerkt in polymeren voor hoogwaardige toepassingen.’

Nieuwe behandelmethodes

Het is de combinatie van verschillende activiteiten die InSciTe uniek maakt, zo stelt Staring. InSciTe biedt behalve onderzoek in state-of-theart onderzoeksfaciliteiten en gespecialiseerde laboratoria, ook onderwijs aan en het helpt ondernemende onderzoekers en bedrijven bij het starten en verder ontwikkelen van hun bedrijfsactiviteiten. Een combinatie van onderzoek, ontwikkeling, ondernemerschap en onderwijs. Ook wil InSciTe oplossingen bieden voor grote maatschappelijke thema’s. Staring: ‘Specifiek houdt het in, voor building blocks, dat we met het oog op eindige fossiele grondstoffen, moeten kijken naar alternatieven, het gebruik van herwinbare, groene grondstoffen. In biomedical ligt onze uitdaging op het ontwikkelen van radicaal nieuwe behandelmethodes waardoor patiënten langer in een betere gezondheid door kunnen brengen.’

Het is volgens Staring nog te vroeg dag om dieper in te gaan op specifieke onderzoekstrajecten. ‘We hebben nu al een portfolio van projecten samengesteld die allemaal gericht zijn op valorisatie: van laaghangend fruit tot projecten met een wat langere tijdshorizon. Bij het beoordelen van projecten hanteren we basiscriteria: is het verstandige wetenschap met een realistische kans op een toepassing en is er een markt voor? Bovendien moet er altijd een partij bij betrokken zijn die het daadwerkelijk op de markt brengt.’

Kader

Chemelot InSciTe is een initiatief van de TU Eindhoven, Universiteit Maastricht, het Academisch Ziekenhuis Maastricht (UMC), DSM en Chemelot Campus. Het UMC, de TU Eindhoven en DSM investeren initieel elk €10 miljoen voor de komende zes jaar. De Provincie Limburg investeert via Chemelot Campus €30 miljoen in R&D-activiteiten en €20 miljoen euro in infrastructuur voor onderzoek en faciliteiten voor opschaling van productie. Chemelot InSciTe is gefundeerd op vier pijlers: onderzoek, ondernemerschap, onderwijs en expertise. Staring: ‘Onderzoek alleen is niet voldoende. Je hebt een infrastructuur nodig om mensen (bij) te scholen, maar ook om bedrijven te helpen bij zaken als IP (intellectual property). Uiteindelijk moet InSciTe leiden tot 300 hoogwaardige banen, voornamelijk bij start-ups waar onderzoekers de drijvende krachten zijn.’