Willem Kemmers, project manager bij het Centre of Expertise Biobased Economy bij hogeschool Inholland, is nauw betrokken bij het project. ‘Rondom Schiphol, met name bij de start- en landingsbanen, staat olifantsgras (Miscanthus), vezelhennep en vezelvlas. Deze gewassen zijn niet geplant voor de sier. Vogels nestelen hier niet graag in, waardoor de start- en landingsbanen zoveel mogelijk ‘vogelvrij’ worden gehouden. Deze gewassen zijn echter ook bruikbaar, onder meer als hoofdbestanddeel van biocomposieten die in allerlei constructies kunnen worden ingezet.’
Voor Schiphol zijn de designbanken een interessante vingeroefening. Wellicht deze materialen ook worden gebruikt voor andere toepassingen, bijvoorbeeld voor de nieuwe pier die in 2019 wordt opgeleverd.
Expertise
Om te laten zien dat deze planten omgezet kunnen worden naar materialen, hadden Schiphol en Inholland een soortgelijk idee. Willem Kemmers werkt in het project nauw samen met Schiphol Airport. ‘Hogeschool Inholland heeft de expertise in huis om biocomposieten te produceren. We hebben op dit gebied een apart lectoraat en kunnen in ons Composietenlab op kleine/middelgrote schaal produceren. Echter, een project met alleen Inholland en Schiphol is te beperkt. Een dergelijk project moet van plant tot klant worden gerealiseerd om echt succesvol te kunnen zijn. Pas toen de andere partners (Strukton, Hempflax, Miscanthusgroep, TSG en de gemeente Haarlemmermeer) aan boord klommen, konden we van start’
Het idee was, aldus Kemmers, om eerst te kijken of de gewassen in designbanken (in de open lucht) konden worden verwerkt. ‘Als deze elementen naar tevreden functioneren, kunnen we kijken naar andere applicaties.’
Pier A
Die kans is reëel: Schiphol wil verduurzamen op gebied van energie en materialen. De designbanken zijn daarbij een interessante vingeroefening. Wellicht dat de luchthaven de materialen ook in kan zetten voor andere toepassingen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen in een nieuwe pier, Pier A, waarvoor begin 2016 het besluit is genomen en die in 2019 wordt opgeleverd. Mogelijke applicaties zijn onder meer isolatiematerialen of panelen. ‘Dit zijn materialen die CO2-neutraler zijn dan gangbare materialen’, aldus een woordvoerder. ‘Wel zal duidelijk moeten worden of biobased materialen vergelijkbare prestaties leveren. Dat is niet altijd even duidelijk. Biobased materialen zijn op gebied van brandwerendheid minder goed dan fossiele materialen.’
Dat hoeft overigens niet een beletsel te vormen. Materialen die beter presteren op gebied van brandwerendheid, hebben wel als nadeel dat deze, in geval van brand, leiden tot giftige rookwolken. Dan is de vraag: kun je dan niet beter voor iets minder brandwerende materialen kiezen, zonder dat dit leidt tot overlast voor de directe omgeving.
Vocht grootste boosdoener
Deze knopen zal Schiphol dus nog door moeten hakken. Tot die tijd fungeren de vier biobased designbanken – de gemeente Haarlemmermeer heeft er ook vier – als testobjecten. Kemmers: ‘De buitenkant is vervaardigd uit hennep- en vlasvezels. De hars die we hebben gebruikt, is deels biobased en deels fossiel, in een verhouding van 2/3, 1/3. Vocht is, zoals bekend, de grootste ‘boosdoener’; voor biocomposieten. Met de deels biobased hars willen de impact hiervan zo veel mogelijk terugdringen. Andere aspecten die we testen zijn UV-bestendigheid en slijtage. De Miscanthus wordt gebruikt om biobeton te maken waarmee de bank is gevuld zodat de banken niet zomaar kunnen wegwaaien.’
Obstakels overwinnen
Bij de productie van de 8 designbanken – met een lengte van 3 meter – moesten de nodige obstakels worden overwonnen, aldus Kemmers. ‘Op zo’n moment komen ons Composietenlab en onze expertise – van de begeleiders en de studenten – goed van pas. Een uitdaging vormden enkele scherpe hoeken in het design waardoor de temperatuur in de mal te hoog opliep, met vervorming van het materiaal als gevolg. Door bepaalde afkoelingsmethoden te gebruiken, konden we dit omzeilen. Ook hebben we expertise ingezet op gebied van de grondstoffen en communicatie. Zo heeft een student Tuinbouw & Agribusiness een kostenbatenanalyse gemaakt, niet alleen rekening houdend met productiekosten, maar ook met ecologische en maatschappelijke aspecten. Het is met recht een multidisciplinair project!’
Het ontwerp voor de designbanken, in opdracht van Hogeschool InHolland, is van Itsaso Gonzalez. Voor de Spaanse was het haar eindopdracht Industrieel Ontwerp aan de TU Delft. De belangrijkste focus was gericht op het comfort van de gebruikers die een kort rustmoment zoeken. Voor elke gebruiker heeft comfort echter een andere betekenis. Daarom is een ontwerp gemaakt waarin de gebruiker verschillende ‘rustposities’ in kan nemen. Een ander doel is om de omgeving rondom meubilair schoon te houden. Daarvoor is een afvalbak in het ontwerp meegenomen. Het meubilair kan zo geplaatst worden dat de gebruiker wordt uitgenodigd om even uit te rusten, terwijl het meubilair ook voetgangers kan begeleiden in een looprichting.