Lees verder
Eind oktober vond alweer de achtste editie van EFIB plaats. Niet in Madrid, zoals aanvankelijk gepland, maar in Brussel. Dit jaar lieten verschillende brand owners zien wat hun plannen zijn op gebied van de biobased en/of circulaire economie.
Lucien Joppen

Nelleke van der Puil, vicepresident Materials bij Lego, kondigde aan dat het Deense bedrijf de komende 15 jaar ruwweg 135 miljoen euro – ‘hoogstwaarschijnlijk meer’ -zal investeren in de ontwikkeling van nieuwe (deels) biobased kunststoffen voor haar producten. Het zal daarvoor een team formeren van circa 100 onderzoekers die, mogelijk met toeleveranciers, de klus moet klaren. Het zal niet eenvoudig worden. De nieuwe materialen moeten minstens dezelfde performance hebben dan de gangbare, fossiele plastics. Daarnaast moeten deze ook retrofit zijn: consumenten moeten bijvoorbeeld de nieuwe Lego-blokken zonder problemen kunnen gebruiken met de oude.

Houtvezelfles

Simon Boas Hoffmeyer van Carlsberg vertelde over de verduurzamingsoperatie van de Deense brouwer en ging met name in op het verbinden van de technische en biologische kringloop. Carlsberg wil zo min mogelijk gebruik maken van niet-hernieuwbare grondstoffen. Niet alleen vanuit milieu- of klimaatoverwegingen, maar ook omdat het verwacht dat niet-duurzame materialen op termijn duurder zullen worden. Recycling van glas is een optie, maar ook het ontwikkelen van biobased materialen. Dit jaar kondigde brouwer aan dat het, met technologiepartners, een zogenaamde Green Fibre Bottle wil ontwikkelen: een bio-afbreekbare fles en dop op basis van houtvezels.

Hart van de Biobased Economy

Tjerk de Ruiter, CEO van Corbion (zie ook het uitgebreide interview in deze editie, red.), ging onder meer in op de uitdagingen om de Europese bio-economie naar een hoger plan te tillen. De Ruiter ziet met name de bioraffinaderij als het kloppend hart van de Europese biobased economie. Deze bioraffinaderijen komen er niet vanzelf. De Ruiter ziet hierin een faciliterende en stimulerende rol van overheden weggelegd, op drie niveau’s. Ten eerste, voldoende en betaalbare feedstocks, investeringen om processen op te schalen en het stimuleren van marktvraag onder consumenten.