Daarnaast is het doel om te kijken waar deze biobrandstoffen vandaan kunnen worden gehaald en hoe hierop ketens zijn te bouwen. De eerste bijeenkomst is een verkenning van grondstoffen die een hoog CO2-reductiepotentieel opleveren, als ze als biobrandstof worden ingezet. En hoe ongewenste indirecte effecten voorkomen kunnen worden.
Globiom
Carlo Hamelinck van Ecofys geeft een presentatie over de Globiom-studie, die een overzicht geeft van de ILUC-effecten van verschillende biobrandstoffen. Hamelinck, co-auteur, gaat in op de vraag: wat als de grondstoffenbasis voor biobrandstoffen er anders uit zou zien, heeft dat invloed op de indirecte effecten van biobrandstoffen? En hoe is dan de CO2-prestatie?
Biomassa beschikbaarheid
Ric Hoefnagels van Universiteit Utrecht (UU) gaat in op de potentieelschattingen voor de inzet van biomassa in Europa en Nederland voor energie en andere biobased toepassingen. Universiteit Utrecht voerde o.a. studies uit die als input dienden voor de voorstellen van de Europese Commissie voor de nieuwe Renewable Energy Directive (voor de periode 2020-2030). Daarbij onderzocht men de optimale en duurzame inzet van bioenergie voor de duurzame energiedoelstellingen voor Europa in 2030. De Universiteit Utrecht is in het IEA Bioenergy samenwerkingsverband taakleider op het onderwerp “sustainable biomass markets and international trade to support the biobased economy”.
Voor TKI-BBE heeft Universiteit Utrecht, samen met LEI en Wageningen UR onderzocht wat het grootschalige gebruik van biomassa voor energie en materialen in 2030 in Nederland betekent voor banen, nationaal inkomen en welke milieu-impact dat heeft.
Hoefnagels biedt inzichten voor de vraag hoe we de juiste grondstoffenbasis kunnen identificeren voor duurzame biobrandstoffenproductie in Nedeland.
Rapport Biomassa 2030
Marten Hamelink, Ministerie van Economische Zaken, bespreekt de bevindingen van dit rapport: ‘Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030’. Om in de Nederlandse behoefte aan biomassa voor voedsel, veevoer, energie, transport, chemie en materialen te voorzien, kan er in potentie voldoende duurzame biomassa beschikbaar komen, mits succesvol ingezet wordt op vergroting van het biomassa aanbod en optimale inzet van biomassa wordt nagestreefd.