Lees verder
Avans Hogeschool profileert zich op diverse manieren op het biobased speelveld. Zo startte begin dit jaar het Centre of Expertise Biobased Economy, waarin onderwijs, onderzoek en de relatie met het bedrijfsleven samenkomen. Ook zette de hogeschool de major Biobased TeCh op.
Aribert Guiking

Begin dit jaar lanceerde Avans in Breda officieel het Centre of Expertise Biobased Economy. Hiermee wil de hogeschool zich nog verder profileren als een kennisinstelling die studenten op wil leiden die later hun weg kunnen vinden in de biobased economy. Om meteen een mogelijk misverstand uit de weg te ruimen: het Centre of Expertise is geen opleiding, maar een paraplu, waaronder een aantal zaken vallen. Het expertisecentrum rust op drie pijlers: onderwijs, onderzoek en het kenniscentrum. De major Biobased TeCh verwijst naar een tweetal studies, respectievelijk techniek en chemie. In deze major (te vergelijken met een afstudeerrichting) staan begrippen als duurzaamheid, bioraffinage, biopolymeren en productontwikkeling centraal. De opleiding bevindt zich op het snijvlak van chemie, biologie, procestechnologie en bedrijfskunde.

Biobased Delta

Zowel de in september vorig jaar gestarte major, als het Centre of Expertise verwijzen naar de specialisatie van de hogeschool. Deze specialisatie is mede ingegeven door de geografische ligging van Avans. In West-Brabant en Zeeland zijn relatief veel agro- en chemiebedrijven gevestigd die raakvlakken hebben met de biobased economy of daar gericht mee bezig zijn. Zo is Avans aangesloten bij Biobased Delta, een samenwerkingsverband van bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen in Zuidwest-Nederland. Hierbij hoort ook Hogeschool Zeeland in Vlissingen die actief samenwerkt met het Centre of Expertise.

Praktijkgericht

Petra Koenders, per 1 juli de kersverse directeur van het Centre of Expertise, benadrukt dat de nieuwe major – en eigenlijk alle opleidingen van de hogeschool – sterk verbonden zijn met de praktijk. Zo beschikt de hogeschool over vele lectoren, waaronder twee lectoren op het gebied van biobased, die in het dagelijks leven werkzaam zijn in het bedrijfsleven. Milieutechnoloog Johan Raap werkt bij Royal Cosun en is lector Biobased Energy en Dorien Derksen, manager research bij Rubia Natural Colors, is lector Biobased Products. Beiden verrichten bij Avans toegepast onderzoek. Deels wordt dat intern gedaan, deels door studenten die via stages en afstudeerprojecten extern de nodige expertise ‘binnenhalen’ waardoor ook docenten weer gevoed worden.

Input bedrijfsleven

Via de zogeheten werkveldadviesraad overleggen hogeschool en het regionale bedrijfsleven een paar maal per jaar over diverse zaken. Daarbij worden afstudeerwerkstukken beoordeeld en komen ook vragen aan de orde die direct te maken hebben met het onderwijsprogramma zoals: “welke onderwerpen zijn interessant, wat zou er in het onderwijsprogramma moeten komen en wat kan er uit, wat moet er op de korte termijn gebeuren of wat is er op lange termijn noodzakelijk?”. Ook zijn er regelmatig rondetafelsessies, waarbij bedrijven worden uitgenodigd om met hun vragen naar de hogeschool te komen. Koenders: ‘Dit zorgt er voor dat onze studenten en docenten meer grip krijgen op wat er allemaal speelt. Daarom willen wij graag die input van bedrijven. De bedrijven zijn eigenlijk onze maatschappelijke klanten.’

Masterclass

Naast het geven van onderwijs en wisselwerking met het bedrijfsleven wil Avans ook een kenniscentrum zijn. Het kenniscentrum heeft drie aandachtsgebieden: kennisloket, communicatie en evenementen. Het kennisloket is het portaal naar de buitenwacht, waar bedrijven kunnen ‘aankloppen’. Koenders: ‘Stel dat er een concrete vraag binnenkomt over de bio-raffinage van algen. Dan gaan wij er voor zorgen dat de meest geschikte student en docent in contact worden gebracht worden met dat bedrijf.’ Ook komt er een database, waaruit studenten en bedrijven kunnen putten. Inhoudelijke verdieping vanuit de wetenschappelijke hoek komt uit Wageningen. Tweemaal per jaar geven medewerkers van Wageningen UR masterclasses voor ondernemers, waarbij uiteraard ook studenten en docenten welkom zijn.

Studententrekker?

Met de verbreding en verdieping van de diverse biobased-opleidingen hoopt Avans studenten te trekken die ze nu missen. Dat missen is overigens betrekkelijk, want voor het derde jaar op rij scoorde de hogeschool de nummer 1 positie in een landelijke enquête onder hogeschoolstudenten. Het College van Bestuur heeft besloten niet meer te focussen op groei, maar juist op kwalitatieve verbetering van het onderwijs. Hoe ook zij, hogescholen moeten van het ministerie aangeven waar hun expertises liggen. Een van die expertises van Avans is dus ‘biobased’. De vraag is nu of deze term studenten trekt. Projectmanager Han van Osch moet daar even over nadenken. ‘Een deel van de studenten haakt aan bij duurzaamheid, zij willen een bijdrage leveren aan de samenleving. Aan de andere kant zijn er studenten die moeite hebben om een keuze te maken: zij vinden chemie interessant, voelen zich aangesproken door techniek of vinden het innovatieve aspect leuk. De major Biobased TeCh heeft dat allemaal een beetje.’

Financiering

Volgens van Osch past de opleiding ook in de manier hoe het bedrijfsleven omgaat met het begrip biobased. ‘Men werkt daar veelal interdisciplinair en wij willen studenten opleiden die nodig zijn voor die wereld.’ Koenders kijkt daarbij ook naar de eigen organisatie en stelt dat het ideale docentenkorps bestaat uit generalisten en specialisten. Beiden hebben sterk vertrouwen in de ingeslagen richting en verwachten veel van het nieuwe expertisecentrum. De financiering van acht miljoen euro (vier jaar lang 2 miljoen) is rond. De helft daarvan komt rechtstreeks van het ministerie, de andere helft bestaat uit co-financiering. Dat de provincie ieder jaar met 125.000 euro over de brug komt, zegt volgens Koenders wel wat. ‘Het feit dat wij een business unit hebben, een Centre of Expertise, getuigt van visie. Er zal echter nog wel een efficiencyslag moeten komen.’ Want de nieuwe directeur, zelf jarenlang werkzaam geweest in het bedrijfsleven, zegt het niet hardop maar weet dat onderwijsinstellingen steeds meer de eigen broek moeten ophouden.