Lees verder
Het aandeel hernieuwbare energie in Nederland in 2020 was 11,1 procent van het totale energieverbruik, meldt het CBS. In 2019 was dit nog 8,8 procent. De toename was grotendeels te danken aan een grotere capaciteit voor zonnestroom en windenergie. Ook het verbruik van biomassa nam toe, vooral het meestoken daarvan in kolencentrales.
Redactie / Heerlen

Het verbruik van hernieuwbare energie bedroeg 219 PJ (petajoule) in 2020, 19 procent meer dan in 2019. Het totale finale energieverbruik was in 2020 bijna 2000 PJ, ongeveer 100 PJ lager dan in 2019. Die daling wordt grotendeels vervoorzaakt door minder wegverkeer in 2020, vanwege coronamaatregelen. Dit leidde ook tot een daling in het verbruik van biotransportbrandstoffen, van 28 PJ in 2019 naar 24 PJ in 2020.

Zowel het verbruik van energie uit wind (+29 procent) als uit zonne-energie (elektriciteit en warmte, +47 procent) groeide in 2020. Nieuwe windparken op zee en nieuwe zonneparken speelden hierin een belangrijke rol.

Biomassa aan kop

Biomassa is met 54 procent de grootste bron van hernieuwbare energie. Het energieverbruik uit deze bron nam in 2020 met 10 procent toe, vooral door meer inzet van biomassa in kolencentrales. Daar is het aandeel biomassa inmiddels 39 procent, gestimuleerd door subsidie en stijging van de prijs van CO2 uit steenkool. Ook het verbruik van biogas en vaste en vloeibare biomassa in ketels bij bedrijven nam toe.

In EU-verband is vastgelegd dat hernieuwbare energie 14 procent van het Nederlands energieverbruik moest uitmaken in 2020. Om dat te halen, kan ook hernieuwbare energie worden ingekocht bij andere landen (een zogeheten statistische overdracht). Zo koopt Nederland 8 tot 16 TWh hernieuwbare energie uit Denemarken.

Meer informatie is te vinden op de website van het CBS.

Beeld: lovelyday12/Shutterstock