Lees verder
Terwijl de overheid inzet op recycling en verbranding, gaat er juist steeds meer afval naar de stortplaats. Dat blijkt uit onderzoek van Het Financieele Dagblad (FD).
Redactie / 's-Hertogenbosch

In de eerste helft van 2018 is al voor 820.443 ton afval een ontheffing op het stortverbod verleend. Dat komt neer op ruim 63.000 vuilniswagens. Het is 130.000 ton méér dan in de eerste helft van vorig jaar en bijna net zo veel als het totaal van heel 2017  (1.005.900 ton).

Storten is de minst wenselijke optie van afvalverwerking, vanwege het verlies van grondstoffen en de eeuwigdurende zorg. De overheid zet daarom in op recycling en verbranding, waarbij grondstoffen en energie worden teruggewonnen.

Achterstand

De totale hoeveelheid afval stijgt als gevolg van economische groei. Bovendien blijken huishoudens minder te recyclen dan verwacht. Ook hebben de verbrandingsovens tijdens de recessie langlopende contracten afgesloten voor de import van afval uit het buitenland. Inmiddels hebben zij een forse achterstand. In totaal ligt nog zo’n circa 600.000 ton afval te wachten op verbranding.

De Vereniging Afvalbedrijven ontkent dat importafval de reden voor de groei van de stort. Cijfers willen zij echter niet geven. Plannen voor uitbreidingen van de verbrandingscapaciteit zijn er niet. De Vereniging verwacht dat er in de komende jaren meer afval wordt gescheiden, waardoor er minder te verwerken restafval is.