Lees verder
Zo'n tien procent van de productie van de Vlaamse industrie is al biobased, maar er is nog heel wat economisch potentieel. Om investeerders daarvoor te interesseren, was Vlaanderen in oktober dan ook goed vertegenwoordigd op de EFIB in Glasgow, met acht samenwerkende partners.
Lucien Joppen

Deelnemers waren Bio Base Europe Pilot Plant, Essenscia Vlaanderen, de federatie van de chemische industrie en life sciences, samen met FISCH (Flanders Innovation Hub for Sustainable Chemistry), het agentschap voor internationaal ondernemen Flanders Investment & Trade (FIT), Flanders Biobased Valley (FBBV), Havenbedrijf Gent,ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek), VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) en VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek). Twee mkb-bedrijven reisden mee op zoek naar internationaal durfkapitaal.

Pionier

Vlaanderen is een pionier in de biotechnologie en telt zowat 150 biotechbedrijven, goed voor 19.000 hoogwaardige banen. Sinds 2008 groeide de sector met bijna 30%. Bovendien registreert Vlaanderen in verhouding tot het bevolkingsaantal tien keer zoveel patenten in de industriële biotechnologie dan het wereldwijde gemiddelde. Dit is onder meer te danken aan de intensieve samenwerking met de vijf Vlaamse universiteiten en gereputeerde onderzoekscentra zoals VIB en VITO.

Vlaanderen beschikt tevens over een toonaangevende pilotfaciliteit die bedrijven en onderzoeksinstellingen helpt om nieuwe, beloftevolle bio-gebaseerde laboratoriumprocessen te ‘vertalen’ naar rendabele industriële processen.

Suikerbieten en micro-algen

De Vlaamse bio-economie groeit dankzij open innovatie en brengt kennisinstellingen en bedrijven uit alle sectoren samen in de zoektocht naar alternatieve grondstoffen en processen voor een duurzame industrie. Het gaat daarbij om verschillende soorten hernieuwbare grondstoffen afkomstig uit de land- en bosbouw – klassieke gewassen als suikerbiet, graan of hout – maar evengoed over micro-algen of insecten. Ook neven- en afvalstromen van bestaande processen uit de voedings- of landbouwindustrie zijn vaak een waardevolle bron van grondstoffen.

Kansrijke waardeketens

Vier specifieke waardenketens bieden nog heel wat kansen voor de industriële biotechnologie in Vlaanderen. Het gaat om de productie van fijnchemicaliën uit suikers, zetmeel en andere hernieuwbare grondstoffen, de productie en het gebruik van tweede generatie suikers als grondstof, het gebruik van ligninerijke grondstoffen voor hoogwaardige materialen en chemicaliën en de conversie van CO2 naar chemicaliën. De Vlaamse overheid selecteerde de bio-economie dan ook als een sleutelsector in haar internationale strategie voor de Vlaamse economie.

Internationaal durfkapitaal

Op het EFIB-congres namen twee Vlaamse mkb-bedrijven deel aan het zogeheten PitchFest. Dat was bedoeld voor start-ups en scale-ups die zich wilden presenteren aan een internationaal panel van investeerders. Avecom uit Wondelgem ontwikkelde een duurzame procestechnologie waarbij nevenstromen uit de voedingsindustrie worden omgezet in hoogwaardige en betaalbare proteïnen voor voeding en veevoeder. Millibeter uit Aartselaar gebruikt zwarte wapenvliegen om afval en mest om te zetten in grondstoffen voor de chemische industrie en voor veevoeder, zodat we minder afhankelijk worden van bijvoorbeeld soja, vismeel en palmvet. De vliegenlarven produceren ook chitine, een stof waarvan onder meer cosmetica worden gemaakt.

‘In de natuur zijn insecten de link tussen afval en nieuwe levenscycli. Dat proces willen we graag op industriële schaal toepassen, waarbij insecten ingezet worden als afvalverwerkers die alternatieve grondstoffen leveren zodat we de stap zetten naar een kringloopeconomie’, zegt Johan Jacobs van Millibeter. ‘Om die reden kijken we op het EFIB-congres over de landsgrenzen heen, want de mogelijke toepassingen beperken zich niet tot Vlaanderen maar hebben een wereldwijd potentieel”,

De volgende editie van EFIB (2017) zal weer plaatsvinden in Brussel.