Lees verder
Surfactanten, ofwel oppervlakte-actieve stoffen, kom je overal tegen: in geneesmiddelen, cosmetica, detergenten, voedsel, veevoer, textiel, landbouwchemicaliën, bouwmaterialen, verven/inkten, coatings, etc. Doordat ze bijvoorbeeld de oppervlaktespanning in een vloeistof verlagen, zorgen ze er onder andere voor dat de vloeistof makkelijker doordringt in bijvoorbeeld textiel, hout, de huid, de bodem of andere stoffen en zorgen ze ook dat bepaalde stoffen in de oplossing blijven.
Pierre Gielen

Iets meer dan de helft van de surfactanten die momenteel op de markt zijn wordt op zijn minst gedeeltelijk geproduceerd uit (plantaardige) oleochemicaliën, iets minder dan de helft wordt nog steeds volledig uit fossiele grondstoffen vervaardigd. Slechts 4% van de surfactanten op de markt is volledig biogebaseerd (biosurfactanten), maar deze worden grotendeels geproduceerd door vrij milieubelastende en gevaarlijke productieprocessen, en zijn dus nog steeds niet werkelijk ‘groen’.

Biologisch geproduceerde biosurfactanten zijn zelfs bijna helemaal niet te vinden. Daarom hebben Flanders Biobased Valley, de Bio Base Europe Pilot Plant (BBEPP), InBio.be, SynBioC, Flamac en partners uit het bedrijfsleven zich twee jaar geleden met de steun van Catalisti, SIM en Vlaio verenigd in het VIS-onderzoeksproject AppliSurf. Doel: microbieel geproduceerde biosurfactanten ontwikkelen, opschalen en testen met input van de industrie Deze biosurfactanten bestaan uit 100% biogebaseerde grondstoffen en worden geproduceerd via biologische processen uit hernieuwbare bronnen, zoals plantaardige olie, suikers en zelfs (voedsel)afvalstromen. Dat gebeurt door middel van fermentatie, biokatalyse of groene chemie. In december dit jaar wordt het project afgesloten met een tweedaagse internationale conferentie in Gent.

Stijgende interesse

“Waar de oprechte belangstelling van de industrie voor microbiële biosurfactanten een paar jaar geleden marginaal was, constateren we nu een stijgende interesse van bedrijven”, zegt projectleider Sophie Roelants van de Bio Base Europe Pilot Plant (BBEPP). “Zij voelen de druk van consument om te vergroenen in alle sectoren. Daarom is er grote belangstelling voor een conferentie die een mix biedt van uiteenlopende sprekers, niet alleen vanuit de wetenschap, maar ook vanuit de industrie.”

Wat heeft twee jaar onderzoek naar biosurfactanten opgeleverd? “We kunnen nu een groot portfolio presenteren, met circa 20 microbiële componenten die reeds op kilogram en zelfs ton-schaal te produceren zijn op BBEPP en nog eens 40 derivaten daarvan, verkregen via groene chemie en/of biokatalyse. We kunnen deze nieuwe componenten ter beschikking stellen van bedrijven die ze in hun toepassingen willen testen. We hebben daarnaast ook een fysico-chemische en biologische karakterisatie van al deze componenten uitgevoerd. Daarbij zijn eigenschappen zoals oppervlaktespanning, oplosbaarheid, schuimvorming en emulsificatie in kaart gebracht, maar ook antimicrobiële en antivirale eigenschappen. Die maken een biosurfactant geschikt voor toepassing als ‘surfactant’ in een formulatie, maar helpen bedrijven ook de hoeveelheid bewaarmiddelen in hun producten te verminderen.”

Een punt van aandacht blijft de kostprijs van biosurfactanten ten opzichte van traditionele surfactanten. Roelants: “Dat verschil zal in de toekomst kleiner worden, door op grotere schaal te produceren en de processen verder te optimaliseren. Bio Base Europe Pilot Plant biedt daarvoor diverse onderzoeksfaciliteiten en expertise aan. In de ontwikkeling en opschaling van microbiële biosurfactanten hebben we al ruime ervaring, bijvoorbeeld met de rhamnolipiden en xylolipiden van respectievelijk Evonik en Lanxess, die reeds commercieel beschikbaar zijn.”

Uitgebreid netwerk

Flanders Biobased Valley (FBBV) ondersteunt al jaren de ontwikkeling van nieuwe biosurfactanten. “Het huidige project heeft toegelaten een aantal zeer beloftevolle biosurfactanten te identificeren en op grote schaal te produceren. Via ons uitgebreide netwerk hebben reeds meer dan 30 bedrijven zich bij het project aangesloten om deze nieuwe componenten te testen, maar er is nog steeds ruimte voor bijkomende geïnteresseerden”, zegt Sofie Dobbelaere, dagelijks bestuurder van FBBV.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Flanders Biobased Valley.