Lees verder
Waterstofhype 2.0: zo mag je de recente revival van de waterstofeconomie wel noemen. Ik ben er gelukkig mee want ze is nu vooral gericht op de industrie en heel wat realistischer dan de eerste waterstofhype.
Wim Soetaert

Die eerste waterstofhype, ondertussen al meer dan 10 jaar geleden, werd door mij uiterst kritisch onthaald, wat sommigen me erg kwalijk hebben genomen. Die waterstofhype werd immers vooral aangewakkerd door de mobiliteitssector. De autobouwers hadden namelijk het ei van Colombus ontdekt: doe auto’s op waterstof rijden zodat je kan beweren dat ze uiterst schoon zijn: uit de uitlaat komt er immers alleen maar waterdamp. Drie maal hoera voor waterstof als energiebron, de perfecte oplossing die de wereld zal redden.

Dat waterstof helemaal geen energiebron is maar slechts een energiedrager en dan nog met erg ongunstige eigenschappen voor mobiliteitstoepassingen (lage energiedensiteit, moeizaam op te slaan en nog gevaarlijk ook) werd onder de mat geveegd. Dat de waterstoffabrieken op basis van aardgas massale hoeveelheden CO2 uitstoten werd ook handig vergeten. Dat was immers niet het probleem van de autosector, dat moesten anderen maar oplossen. Dit doorschuiven van de zwarte piet was geen ernstige oplossing maar vooral een communicatietruc van de autosector. Zo gaan we de wereld niet redden.

Maar al loopt de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel. We zijn tien jaar verder en de wereld is er ondertussen achter gekomen dat waterstof geen geschikte energiedrager is voor mobiliteitstoepassingen. Waterstof is vooral handig om energie langdurig mee op te slaan in gasvelden, het valt eenvoudig te transporteren over lange afstanden via het gasnetwerk en is uiterst geschikt als chemiegrondstof waarvoor reeds heel wat industriële ervaring voorhanden is. Voorwaarde is natuurlijk dat al die waterstof ook duurzaam wordt geproduceerd. Uit het artikel in dit blad blijkt dat daar grote stappen vooruit worden gezet.

Belangrijk is ook te weten dat waterstof de sleutelfactor is om CO2 om te zetten naar chemische bouwstenen. Er is veel enthousiasme over de zogenaamde CCU (Carbon Capture & Utilisation): CO2 gebruiken als grondstof voor chemie. Dat klinkt geweldig, maar CO2 zit helemaal op de bodem wat energie-inhoud aangaat. In bijna alle gevallen moet je er eerst weer energie in stoppen om met CO2 iets nuttigs aan te vangen. En dat gebeurt het makkelijkst met waterstof, of je dat nu chemisch of biochemisch doet. CO2 met waterstof omzetten naar methanol is een fluitje van een cent. Ook micro organismen zetten met verbazend gemak CO2 om in allerlei chemische stoffen, zolang ze maar waterstof krijgen als bron van energie. Ook hier zie je de biogebaseerde economie 2.0 opduiken, niet op basis van biomassa maar op basis van CO2 en waterstof. De weg naar het nuttig gebruik van CO2 verloopt dus via duurzame waterstof, vooruit dus met de waterstof.