Lees verder
De biobased economy is volop in ontwikkeling. De transitie naar deze, op natuurlijke grondstoffen gebaseerde, economie vraagt om innovatie en biedt veel economische kansen in de gehele keten.
Frank van Noord

Een goed Nederlands spreekwoord zegt “wat van ver komt, is lekker”. Dit is voor de biobased economy een verkeerd startpunt. Diverse studies, onder andere het onlangs verschenen rapport van het Nova Instituut, tonen aan dat in West-Europa de suikerbiet een geweldige grondstof kan vormen voor de ontwikkelingen van biobased producten die gebaseerd zijn op suikers zoals bioplastics.

De suikerbiet wordt niet in een monocultuur geteeld, maar is onderdeel van een zogeheten gewasrotatie bij de boer, samen met andere gewassen zoals bijvoorbeeld tarwe, aardappelen en uien. Dit bevordert de biodiversiteit op de Nederlandse akker. Hierdoor blijft de akker gezond en hoeven er bijvoorbeeld minder gewasbeschermingsmiddelen gebruikt te worden. Verbeteringen in de teelt hebben er voor gezorgd dat de suikeropbrengst per hectare toegenomen is van circa 6.000 kilo suiker per hectare in 1950 naar 13.000 kilo per hectare op dit moment. De verwachting is dat door verdere verbeteringen het mogelijk is de opbrengst in de komende jaren verder te laten stijgen tot wel 20.000 kilo suiker per hectare. Er is geen gewas in West-Europa dat zo efficiënt zonlicht vastlegt, echt de ‘unbeatable beet’ dus.

Naast suiker bevat de biet nog andere stoffen die in een bioraffinageproces verder tot waarde kunnen worden gebracht. Naar mijn mening zal de ontwikkeling van de biobased economy zich kenmerken door een sterke invloed van lokale omstandigheden. Het is zaak om niet grote hoeveelheden biomassa over de gehele aarde te verslepen maar zo goed mogelijk gebruik te maken van lokaal geproduceerde of aanwezige biomassa.

Het is van belang dat Europa zich gaat realiseren dat ze met de suikerbiet een geweldige hernieuwbare grondstof in handen heeft.